Gemeente Breda
Raadsvoorstel vervolg 1302
Art 3, lid4
In dit artikel wordt expliciet de bevoegdheid genoemd van het Schap om
ondernemingsgerichte activiteiten op privaatrechtelijke wijze uit te (doen)
voeren, hieronder begrepen het daartoe oprichten van rechtspersonen. In
de nota van toelichting wordt aangeven dat het Schap deze bevoegdheid ook
nu reeds feitelijk bezit, en dat de expliciete opname hiervan kan worden
gezien als een signaalfunctie van het bestuur, dat de wens heeft van deze
mogelijkheid in de toekomst eventueel daadwerkelijk gebruik te maken.
Overigens geldt hierbij de juridische werkgelijkheid, dat bij daadwer
kelijke gebruikmaking van deze mogelijkheid de Raad van Bestuur het
bsluitvormend orgaan is.
Indien het Schap over gaat tot het oprichten van rechtspersonen dan zou
hiermee de -directe- invloed van de deelnemers kunnen verminderen.
Art 5. lidl
Feitelijk blijft voor wat betreft de gemeente Breda het aandeel in de Raad
van Bestuur ongewijzigd. Breda had 1/6 aandeel en houdt 1/6 aandeel. Dit
geldt eveneens voor de gemeente Made (later te noemen Drimmelen)De
provincie had 1/3 aandeel en houdt 1/3 aandeel. De enige wijziging met
betrekking tot de Raad van Bestuur vindt plaats bij de nieuwe gemeente
Zevenbergen (later te noemen Moerdijk)Met de samenvoeging van de
voormalige gemeente Zevenbergen met de gemeente Klundert, zijn eveneens
de aandelen in het Havenschap samengevoegd. Daardoor ontstaat in het Schap
een deelnemer met eveneens 1/3 aandeel.
Art 17
In tegenstelling tot de Raad van Bestuur is als gevolg van de gemeentelijke
herindeling het aandeel van de gemeente Breda in het Dagelijks Bestuur
wel toegenomen. Het Dagelijks Bestuur in de nieuwe situatie bestaat uit
4 leden: de gemeente Zevenbergen, de gemeente Made, de gemeente Breda en
de provincie Noord-Brabant, welk lid normaliter voorzitter is. Alle leden
in het Dagelijks Bestuur hebben enkelvoudig stemrecht. Bij het staken der
stemmen geeft het zitting hebbende lid uit het College van Gedeputeerde
Staten de doorslag.
In de nieuwe regeling is de mogelijkheid om voor de leden van het Dagelijks
Bestuur plaatsvervangers aan te wijzen, komen te vervallen.
Art 51. Iid2
Dit artikel kent toch wel een opvallende en ook wat vreemde afwijking in
relatie tot de voorgaande regeling. Was het zo dat in de voorgaande
regeling een batig of nadelig slot der rekening, ten bate of ten laste
van de volgende dienst werd gebracht, tenzij de Raad van Bestuur van
oordeel was, dat een en ander ten gunste of ten laste van de deelnemers
kon worden gebracht. In de nieuwe situatie stelt artikel 51, lid 2, dat
een nadelig slot der rekening ten laste van de deelnemers wordt gebracht,
zonder dat daar over de mogelijkheid van een volgende dienst wordt
gesproken
Bovenstaande is voorgelegd aan het Havenschap Moerdijk. In haar reactie
zegt het Schap dat deze formulering moet voorkomen dat in een
w