Gemeente Breda
Raadsvoorstel vervolg 13 02
toekomstige situatie nog tekorten kunnen worden geactiveerd. En dat deze
eis door het Ministerie van Binnenlandse Zaken aan de regeling is gesteld
naar aanleiding van de financiële sanering in 1985. Daarbij dient de
zinsnede "nadelig slot der rekening" breed worden geïnterpreteerd: naast
het jaarlijkse resultaat dienen de hiervoor bestemde reserves te worden
betrokken.
Art 55 en 56
In deze artikelen wordt enerzijds de mogelijkheid van uittreding
versoepeld, anderzijds wordt de mogelijkheid gecreëerd voor nieuwe
deelnemers. De toetreding van een nieuw lid behoeft de instemming van de
Raad van Bestuur, die aan die toetreding voorwaarden kan verbinden. Dit
geldt eveneens voor de uittreding, waarbij moet worden opgemerkt dat de
bepaling dat de uittreding door de Kroon dient te worden goedgekeurd, zoals
opgenomen in de oude regeling, is komen te vervallen.
Alhoewel de regeling de instemming van de Raad van Bestuur vereist bij
toetreding, kan het in principe niet anders dan dat er nieuwe deelnemers
komen dit leidt tot een wijziging van de regeling (b.v. m.b.t. de
samenstelling van Raad van Bestuur)Ten behoeve van een dergelijke
wijziging dienen de deelnemers zich uit te spreken.
Resumerend kan worden gesteld dat de wijzigingen in relatie tot de
voorgaande gemeenschappelijke regeling beperkt zijn, indien we met name
kijken naar reikwijdte. De regeling is aangepast aan vigerende wetgeving,
schept mogelijkheden om een aantal aspecten met betrekking tot de
dagelijkse operationele bedrijfsvoering te delegeren of te mandateren (dit
is overigens bovenstaand niet verder toegelicht) en is aangepast in relatie
tot de gemeentelijke herindeling. Wat Breda betreft kan worden
geconstateerd dat de invloed en daarmee stemrecht in de Raad van Bestuur
ongewijzigd blijft, en dat deze relatief gezien in het Dagelijks Bestuur
toeneemt. Verder wordt expliciet gewezen op de mogelijkheid van het Schap
om één of meerdere rechtspersonen op te richten en wordt het uittredings-
regime versoepeld en de mogelijkheid van toetreding opgenomen.
Met betrekking tot de wijziging dient op een tweetal aspecten te worden
gewezen. In de eerste plaats dient met betrekking tot artikel 51, lid 2,
de interpretatie van een nadelig slot der rekening te worden bevestigd.
Een tweede aspect is indirect van aard: gelijktijdig aan de de discussie
omtrent de wijziging van de regeling is gesproken over de
uitkeringsregeling van de batige saldi, zoals deze is vastgesteld eind
1995. Afgesproken is deze regeling in principe te continuëren, met dien
verstande dat indien Zevenbergen en Made zijn afgelost, de provincie Noord-
Brabant en de gemeente Breda in de verhouding van respectievelijk 3/5 en
2/5 een uitkering tegemoet kunnen zien. Deze afspraken zouden schriftelijk
worden vastgelegd, hetgeen tot op heden niet is gebeurd.