INSPRAAKVERORDENING BREDA 1998 Hoofdstuk I: Begripsomschrijvingen artikel 1 Deze verordening verstaat onder: A. inspraak: het ten aanzien van gemeentelijke beleidsvoornemens kenbaar maken van een zienswijze en daarover met het gemeentebestuur van gedachten wisselen; B. bestuursorgaan: het gemeentelijke bestuursorgaan dat bevoegd is tot de vaststelling van het beleid, bij de voorbereiding waarvan inspraak wordt verleend, overleg wordt ge voerd of advies wordt gevraagd; C. overleg: het door middel van participatie danwel consultatie betrekken van burgers en belangenorganisaties bij de voorbereiding en/of uitvoering van het beleid; D. participatie: een vorm van overleg, gericht op overeenstemming tussen het bestuursor gaan en de overlegpartner(s) over de voorbereiding en/of de uitvoering van beleid; E. consultatie: een vorm van overleg, gericht op afstemming tussen het bestuursorgaan en de overlegpartner(s) over de voorbereiding en/of de uitvoering van beleid; F. wijk-of dorpsraad: een op privaatrechtelijke wijze tot stand gekomen rechtspersoon welke voldoet aan de bepalingen van deze verordening en als zodanig door het college van burgemeester en wethouders is erkend. Hoofdstuk II Inspraak en overleg Paragraaf I: Inspraak artikel 2 object van inspraak 1Inspraak is in beginsel mogelijk op alle terreinen van gemeentelijk bestuur. 2. Het besluit inzake het verlenen van inspraak wordt genomen door het bestuursorgaan. 3. In elk geval wordt inspraak verleend op beleidsvoornemens betreffende: a. de vaststelling of de herziening van ruimtelijke plannen als bedoeld in artikel 6a van de Wet op de Ruimtelijke Ordening; b. de stads- of dorpsvernieuwing (artikel 8 van de Wet op de stads- en dorpsvernieu wing); c. de vaststelling van het gemeentelijk milieubeleidsplan; 4. Geen inspraak wordt verleend: a. ten aanzien van ondergeschikte herzieningen van een eerder vastgesteld beleid; b. indien inspraak bij of krachtens de wet is uitgesloten; c. indien sprake is van uitvoering van regelingen van hogere overheden waarbij van enige beleidsvrijheid nauwelijks sprake is; d. ten aanzien van besluiten, op de voorbereiding waarvan de afdeling 3.4 (openbare voorbereidingsprocedure) of 3.5 (uitgebreide openbare voorbereidingsprocedure) van de Algemene wet bestuursrecht wordt toegepast. artikel 3 subject van inspraak Inspraak wordt in beginsel verleend aan alle ingezetenen en in de gemeente een belang hebbende natuurlijke en rechtspersonen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1997 | | pagina 1532