5 artikel 13 informatie 1Aan de wijk- of dorpsraad worden de agenda's van de vergaderingen van de vaste adviescommissies aan burgemeester en wethouders en de gemeenteraad ter informatie toegezonden. 2. De wijk- of dorpsraad is bevoegd bij burgemeester en wethouders nadere informatie in te winnen over de ter advisering voorgelegde concrete beleidsvoornemens. Deze infor matie kan bestaan in het verstrekken van een (mondelinge) toelichting door een door of namens de gemeentesecretaris aan te wijzen ambtenaar. artikel 14 uitbrengen van advies 1. De wijk- of dorpsraad brengt haar advies binnen de daartoe gestelde termijn en zonodig vergezeld van een nadere toelichting uit aan het bestuursorgaan. Indien binnen het bestuur van de rechtspersoon geen eenstemmigheid bestaat omtrent het uit te brengen advies, wordt daarvan in het advies gemotiveerd melding gemaakt. 2. Indien het bestuursorgaan omtrent het beleidsvoornemen waarover advies is uitgebracht een besluit neemt dat afwijkt van het advies, wordt daarvan aan de wijk- of dorpsraad, onder opgave van redenen melding gemaakt; in aangelegenheden welke de bevoegdheid van de raad betreffen wordt in het desbetreffende raadsvoorstel melding gemaakt van uitgebrachte adviezen en wordt op deze adviezen gemotiveerd ingegaan. Hoofdstuk IV: Inspraak terzake van bodemsanering Artikel 15 instelling projectgroep 1. Indien burgemeester en wethouders, in het kader van de door hen op grond van artikel 53 van de Wet bodembescherming uit te voeren taken, opdracht geven om een nader onderzoek, een saneringsonderzoek of een sanering uit te voeren, stellen zij ter bege leiding van dat onderzoek respectievelijk die sanering een projectgroep in, tenzij redelij kerwijs kan worden aangenomen dat daaraan geen behoefte bestaat. 2. In andere gevallen dan bedoeld in het eerste lid, bevorderen burgemeester en wethou ders dat degene die een nader onderzoek, een saneringsonderzoek of een sanering laat uitvoeren, ter begeleiding van dat onderzoek respectievelijk die sanering een project groep instelt, tenzij redelijkerwijs kan worden aangenomen dat daaraan geen behoefte bestaat.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1997 | | pagina 1536