2. Het bestuursorgaan stelt de klacht onverwijld ter advisering in handen van de commissie voor bezwaar-en beroepschriften die betrokkenen in de gelegenheid stelt te worden gehoord. Op de behandeling van de klacht door de commissie voor bezwaar-en beroep schriften is de Verordening behandeling bezwaar-en beroepschriften van overeenkomsti ge toepassing. 3. Het bestuursorgaan beslist binnen tien weken na ontvangst van de klacht. Het kan deze termijn met ten hoogste vier weken verdagen. Hoofdstuk VI: overgangs-en slotbepalingen artikel 20 De op de op de bij deze verordening behorende lijst geplaatste organisaties worden geacht te zijn erkende wijk- of dorpsraden als bedoeld in artikel 10 van deze verordening gedurende de periode tot en met 31 december 1999. artikel 21 1. Deze verordening treedt in werking op 1 januari 1998. 2. Op datzelfde tijdstip vervallen de "Inspraakverordening Breda 1986" en de algemene inspraakverordeningen van de voormalige gemeenten Teteringen, Prinsenbeek en Nieuw-Ginneken. De genoemde inspraakverordeningen blijven van toepassing op in spraakprocedures welke vóór vermeld tijdstip zijn aangevangen en op dat tijdstip nog niet zijn beëindigd. artikel 22 Deze verordening kan worden aangehaald onder de titel "Inspraakverordening Breda 1998".

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1997 | | pagina 1538