6 artikel 8: dit artikel bevat een motiveringsverplichting naar de insprekers. Ook deze verplichting geldt als een waarborg naar de insprekers voor een volwaardige inspraak en manier van communi catie. Paragraaf II artikel 9: dit artikel legt de intentie van "De regels van het spel" vast, dat het gemeentebestuur zich in aangelegenheden die zich overleg lenen, tijdig uitspreekt omtrent het te voeren overleg en daarbij keuzes maakt ten aanzien van de vorm van dat overleg en de overlegpartner(s) alsmede de met betrekking tot het te voeren overleg geldende randvoorwaarden. De overlegpartner zou bijvoor beeld een (reeds bestaande) klankbordgroep kunnen zijn. Gelet op hetgeen daaromtrent in de nota De regels van het spel" wordt gesteld is onder een klankbordgroep te verstaan, een als zodanig aangeduide groepering, samengesteld uit leden die daarin hetzij op persoonlijke titel als individu dan wel vanuit, maar niet namens, een belangen- of bewonersgroep zitting hebben. Een klankbordgroep heeft tot taak het gemeentebestuur desgevraagd commentaar te geven op door het gemeentebestuur aan de klankbordgroep voorgelegde plannen en/of oplossingsrichtingen voor specifieke problemen. De met betrekking tot dit overleg ingevolge de Nota van toepassing zijnde criteria, uitgangspunten en doelstellingen krijgen in dit artikel een nadere status door deze Nota voor dit onderdeel als richtlijn voor het betreffende bestuursorgaan te kwalificeren. Hoofdstuk III. artikel 10: Een wijk- of dorpsraad kan bij burgemeester en wethouders een schriftelijk verzoek tot erkenning indienen. Hiertoe dienen de statuten te voldoen aan een aantal daarin op te nemen bepa lingen, welke er met name op gericht zijn een zo groot mogelijk democratisch gehalte van de rechtspersoon te waarborgen. Daarbij geldt voorts de eis van een zekere gebiedsomvang om het totaal aantal wijk- of dorpsraden beheersbaar te houden. Denkbaar is overigens dat de eis van een (werk)gebied van minimaal 3000 inwoners voor sommige gebieden (bijv.het centrum) te stringent zou zijn. Daarom is voor een zodanige situatie voorzien in een vrijstellingsbevoegdheid voor het college. Om een zo groot mogelijke mate van legitimiteit naar zowel de wijk als het gemeentebestuur te verankeren worden eisen gesteld ten aanzien van de doelstelling, de bestuurssamenstelling, de vergaderfrequentie en de openbaarheid. Niet voldoende is dat de statuten formeel aan de gestelde eisen voldoen, ook in de gedragingen van de wijk-of dorpsraad moet aan deze eisen recht worden gedaan. Indien zulks niet of in onvoldoende mate het geval is kunnen burgemeester en wethouders de erkenning intrekken. In het tweede lid onder d zijn voorts regels gesteld welke tot doel hebben een doorstroming van bestuursleden te bevorderen zonder dat echter het belang van een zekere continuïteit in het bestuur lijk functioneren van de wijk- of dorpsraad in gevaar wordt gebracht. De beoordeling van de geschiktheid van (kandidaat)bestuursleden is daarbij geen gemeentelijke taak. De gemeente stuurt immers op het algemeen goed functioneren van de wijk- of dorpsraad en niet op individuele perso nen die het bestuur vormen. Op de aanvraag om erkenning, de erkenning, de intrekking van een erkenning of de toepassing van de vrijstellingsbevoegdheid zijn de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing. artikel 11: In dit artikel wordt voor het gemeentebestuur de verplichting in het leven geroepen de wijk- of dorpsraad ten aanzien van concrete beleidsvoornemens welke het algemeen belang van het dorp of de wijk specifiek betreffen, te consulteren. In de gekozen formulering gaat een beperkte interpretatieruimte voor het gemeentebestuur schuil. Het is daarom gewenst dat gemeente en wijk of dorpsraad zo goed mogelijk gezamenlijk vastleggen over welke aangelegenheden het gaat. Hierbij zal onder meer gedacht kunnen worden aan districtsplannen, ruimtelijke plannen op wijkni veau, (her)inrichtingsplannen van de openbare ruimte en de verkeersstructuur, plannen op het gebied van sociaal-culturele en onderwijsvoorzieningen etc.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1997 | | pagina 1544