Gemeente Breda Agendapuntnummer 1997/239 Raadsvoorstel 1997/ Registratienummer 1260 Dienst/afdeling RME/JZ Aantal bijlagen Betreft: Voorstel tot het honoreren van planschadeverzoeken inzake het bestemmingsplan "Centrum-Herziening Loopstraat-Paantjesstraat" te Prinsenbeek. Inleiding De gemeenteraad van de voormalige gemeente Prinsenbeek heeft bij besluit van 25 februari 1993 het bestemmingsplan "Centrum-herziening Loopstraat-Paantjesstraat" vastgesteld. Dit bestemmingsplan voorziet o.a. in de planologisch-juridische regeling voor de bouw van een (grotere) opslagruimte met bovenwoning aan de westzijde van de Loopstraat te Prinsenbeek. Het bestemmingsplan is goedgekeurd bij besluit van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant van 14 mei 1993, nummer 102746. De eigenaren van het woonhuis Valdijk 11 te Prinsenbeek hebben bij brief van 10 februari 1997, ingekomen 12 februari 1997, een verzoek om vergoeding van planschade ex artikel 49 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening ingediend. Het planschadeverzoek is ingevolge de "Procedureverordening Planschadevergoeding 1994" ter kennis gebracht van de gemeenteraad en in handen gesteld van de Stichting Adviesbureau Onroerende Zaken (SAOZ) te Rotterdam, die in genoemde verordening als planschadebeoordelingscommissie is aangewezen. Voorstel Te besluiten tot het toekennen van planschade aan de aanvragers overeenkomstig het bij dit voorstel behorende concept-raadsbesluit. Motivering/Toelichting Bij brief van 24 juli 1997 heeft de SAOZ advies uitgebracht. De SAOZ komt tot de conclusie, dat het bestemmingsplan "Centrum-herziening Loopstraat-Paantjesstraat" (Prinsenbeek) een nadeliger planologische situatie voor verzoekers met zich meebrengt dan het daarvoor vigerende bestemmingsplan "Centrum", zoals dat is vastgesteld door de gemeenteraad van de voormalige gemeente Prinsenbeek bij besluit van 27 november 1986 en goedgekeurd door Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant bij besluit van 6 juli 1987. Het belangrijkste verschil tussen genoemde bestemmingsplannen is het wijzigen van het gebruik van de verdieping van het gebouw op het naastgelegen perceel en het onvermijdelijk en onontkoombaar overheersend gericht zijn van deze bovenwoning op het perceel van de verzoekers om planschade. Vanuit deze bovenwoning en dakterras die op basis van het bestemmingsplan "Centrum herziening Loopstraat-Paantjesstraat" (Prinsenbeek) planologisch-juridisch is mogelijk gemaakt, is zicht op de tuin en zicht in de woning van aanvragers mogelijk. Deze invloed van de bovenwoning en dakterras op het perceel van aanvrager kan niet door afschermend groen worden verminderd of weggenomen, waardoor het woongenot vermindert vanwege een verlies aan privacy. Hierdoor ontstaat een waardevermindering van de woning van aanvrager. >w

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1997 | | pagina 1583