Gemeente Breda
Raadsvoorstel vervolg
Registratienummer 1383
Motivering/Toelichting
Ad.l In te stemmen met de (wettelijk voorgeschreven) instelling, opzet en vormgeving
van een regionaal indicatieorgaan, het RIO Regio Breda.
Deze instemming wordt vooral gevraagd ten aanzien van de volgende uitgangspunten:
het centraal stellen van de cliënt de zorgvrager) in de werkwijze van het
nieuwe orgaan vraaggericht, klantvriendelijk)
- indicatiestelling is geen doel op zich, maar moet bijdragen tot beleidsafstemming
in het zorgaanbod, optimaal gebruik van de voorzieningen, kwaliteitsverbetering in
de zorgverlening en meer inzicht in het proces van vraag naar aanbod;
De randvoorwaarden waaraan indicatiestelling moet voldoen zijn:
-- een integraal karakter: de indicatiestellers behoren de hulpvraag van een cliënt
zo veel mogelijk integraal te benaderen en in de relevante context te bezien;
-- een objectief (uniform, toetsbaar en transparant) traject en een
-- onafhankelijke benadering: deze benadering houdt in dat de indicatiestelling
plaats dient te vinden los van belangen van financiers, zorgaanbieders en/of
onredelijke verlangens van de hulpvragers.
De breedte van het indicatieorgaan.
Bij de keuze voor de breedte van het nieuwe orgaan, d.w.z. de concrete voorzieningen
waarvoor het orgaan zal indiceren stellen wij voor te kiezen voor een groeimodel. Er
wordt gestart met het wettelijk verplichte AWBZ-pakket, maar het streven is er
uitdrukkelijk op gericht om in de toekomst dit werkterrein uit te breiden naar zgn.
aanpalende voorzieningen. Te denken valt aan volkshuisvesting voor ouderen en
gehandicapten, de WVG-voorzieningen en voorzieningen in het kader van welzijn.
Alleen door middel van deze uitbreiding wordt een werkelijk geïntegreerde werkwijze
mogelijk, hetgeen zowel uit het oogpunt van klantgerichtheid als efficiency
noodzakelijk is. Overigens wordt in de subregio's waar de huidige
indicatiecommissies nu ook al indiceren voor woonzorgcomplexen, deze taak door het
RIO voortgezet.
De diepte van het indicatieorgaan.
Ook bij het vraagstuk voor de diepte van het indicatieorgaan, wordt een groeimodel
voorgesteld. Formeel zullen de taken zich vooralsnog beperken tot hetgeen in de wet
als verplicht is gesteld, te weten de uitvoering van de stappen aanmelding, analyse
van de hulpvraag en het indicatiebesluit zelf. Het is niet uitgesloten dat de
werkzaamheden van het orgaan zich in de toekomst zullen uitbreiden onder meer via
mandaat) om met name een goede aansluiting te krijgen op het zorgtoewijzings- en
zorgrealisatietraject (zgn. rechtmatigheidstoets en zorgtoewijzing,
verantwoordelijkheden van financiers, en zorgverlening door de zorgaanbieders)
De routing van de zorgvragen.
Teneinde ook klantvriendelijk en doelmatig te kunnen werken is het van belang, dat
de juiste en zo slagvaardig mogelijke routing voor het afhandelen van de vraag
gevolgd wordt. Bij de te onderscheiden routes wordt aangesloten bij de visie van het
landelijk Breed Indicatie Overleg (BIO)Dit overleg heeft een modelprotocol
geïntegreerde indicatiestelling opgesteld voor het terrein van wonen, welzijn en
zorg. Dit protocol wordt geconcretiseerd naar de eigen regio en door het RIO
vastgesteld.