Gemeente Breda
Raadsvoorstel vervolg
Registratienummer 1383
Ad 3Te verklaren dat er geen bezwaar bestaat tegen het instellen van een
bestuurscommissie conform artikel 24 van de Gemeenschappelijke Regeling RIO regio
Breda"
Artikel 24 van de gemeenschappelijke regeling bepaalt dat het algemeen bestuur
commissies kan instellen met het oog op de behartiging van bepaalde belangen. Het
Algemeen bestuur regelt de bevoegdheden en samenstelling. De bestuurscommissie wordt
niet eerder ingesteld dan na het verkrijgen van een verklaring van geen bezwaar van
de gemeenteraden van de deelnemende gemeenten.
Ad 4. Niet in te stemmen met de ontwerp-begroting 1998* van het RIO. De financiële
bijdrage vaststellen op een maximum van f 1.217.500,-- structureel.
Omdat veel zaken niet of nog niet geheel duidelijk zijn en er nog veel voorbereidend
werk moet gebeuren, kan de begroting 1998 op dit moment alleen indicatief zijn. Een
belangrijke basis voor de begroting zou moeten liggen in het exacte inzicht in de
productie dat wil zeggen het aantal indicatiebesluiten) en de berekening van de
daarvoor benodigde personeelsformatie. Met name het gewenste inzicht in de te
verwachten indicaties en herindicaties thuiszorg ontbreekt. Om deze reden maar ook
omdat een dergelijke begroting ervaringscijfers vraagt, is zo'n opzet de eerste
jaren nog niet haalbaar.
De volgende voorstellen zijn van invloed op de begroting 1998:
a. De GGD-stadsgewest Breda als facilitaire organisatie voor het RIO.
Ten einde te voorkomen dat er een volledig nieuwe eigenstandige dienst moet worden
opgericht, is het voorstel het RIO aan te haken aan de GGD Stadsgewest Breda. Door
Door de GGD worden dan diverse voorwaardenscheppende en faciliterende taken
uitgevoerd, zoals financiële administratie, personeelsadministratie en ondersteuning
in automatisering en informatisering. De feitelijke aansturing van het RIO wordt
verricht door bestuur van het RIO en hoofd van dienst van het RIO. De beherende en
facilitaire aspecten zullen via een overeenkomst tussen het RIO en de GGD
Stadsgewest Breda geregeld moeten worden.
De GGD Stadsgewest Breda becijfert de kosten van dienstverlening op f 116.000,--
plus f 14.900,-- voor huisvesting f 130.900,--. Aan de inkomstenkant wordt een
bijdrage door het Stadsgewest geleverd van dezelfde omvang, met de toelichting dat
deze gelden worden opgebracht door de gemeenten in het Stadsgewest via het bedrag
per inwoner. Wij stellen u voor met dit onderdeel van de begroting vooralsnog niet
akkoord te gaan. Een en ander dient nog kritisch te worden bezien binnen de
begrotingsbesprekingen van het Stadsgewest Breda en bij de indiening van de
definitieve begroting 1998 van het RIO. De voorgestelde opzet geeft in ieder geval
een vertekend beeld van de werkelijke kosten van het RIO. Deze discussie kan
aanleiding geven tot voorstellen voor eventuele budgettaire verschuivingen tussen
middelen Stadsgewest en begroting RIO.
b. De indicatiecommissies maken tot nu toe gebruik van de diensten van de GGD-arts,
waarvan de kosten ten laste worden gebracht van de begroting van het Stadsgewest
Breda. Deze kosten van de GGD-arts zijn berekend op f 137.200,--. De bedragen zijn
in de RIO-begroting zowel aan de lastenkant als aan de inkomstenkant bedrag is
reeds opgenomen in de stadsgewestelijke begroting) te vinden;
c. Het RIO neemt de taken van de huidige indicatiecommissies, plus de
indicatieactiviteiten van de thuiszorg over. Voor wat betreft de personele invulling
is het voorstel, uitgaande van het principe mens volgt werk dat de huidige
medewerkers van de indicatiecommissies in dienst zullen treden van het RIO.