'Gemeente Breda
Raadsvoorstel vervolg
Registratienummer 1561
Motivering/Toelichting
Kort samengevat komen de reacties van de betrokken gemeenten erop neer dat
gemeentelijke samenwerking, samenwerking op maat moet zijn. Per terrein of onderwerp
moet worden bepaald wat de juiste schaalgrootte, intensiteit en structuur van de
samenwerking moet zijn.
Hieronder volgt puntsgewijs de hoofdstructuur voor toekomstige gemeentelijke
samenwerking zoals deze, naar aanleiding van de reacties van de betrokken gemeenten,
door het Dagelijks Bestuur van het Stadsgewest wordt voorgesteld.
1. De samenwerking op het terrein van sociaal-economische zaken (SEZ) en de
samenwerking met betrekking tot de gemeenschappelijke alarmcentrale (GAC) wordt
volledig op West-Brabants schaalniveau georganiseerd. Inmiddels is aan de
betrokken portefeuillehouders gevraagd om daartoe initiatieven te nemen hoe aan
deze samenwerking verder invulling kan worden gegeven.
2. De samenwerking voor de overige terreinen van gemeentelijke samenwerking wordt
voortaan per terrein afzonderlijk georganiseerd. Dit wordt vastgelegd in
afzonderlijke regelingen. De bestuurlijke aansturing van de samenwerking op alle
te onderscheiden terreinen dient te geschieden vanuit de betrokken
portefeuillehouders
Besluitvorming vindt plaats in de gemeenteraden. De functie van Dagelijks
Bestuur en Gewestraad als besluitvormende organen komt te vervallen.
3. Voor de gemeenschappelijke uitvoering van taken op terreinen van
afvalverwerking, brandweer, milieu en volksgezondheid (GGD) geldt het volgende:
GGD: hiervoor loopt momenteel een initiatief van de betrokken
portefeuillehouders gericht op de totstandkoming van een gemeenschappelijke GGD
voor heel West-Brabant.
Afvalverwerking: de betrokken portefeuillehouders bezien thans wat de
mogelijkheden zijn voor samenwerking op West-Brabantse schaal nu de
totstandkoming van één Noord-Brabants stortbedrijf niet haalbaar is.
Brandweer en (uitvoerende) milieutaken: voorkeur voor het handhaven van de
huidige wijze van samenwerking op het schaalniveau van het Stadsgewest Breda.
4. De gemeentelijke samenwerking op beleidsmatige onderwerpen of terreinen
(bijvoorbeeld volkshuisvesting, ruimtelijke ordening, onderwijs e.d.) moet ook
in een afzonderlijke regeling worden ondergebracht. Hiertoe kunnen
gestructureerde vormen van portefeuillehoudersoverleggen worden ingesteld. De
gemeenten zullen zelf moeten aangegeven voor welke terreinen vaste
portefeuilleoverleggen noodzakelijk zijn en welke gemeenten daarin willen
deelnemen. De ambtelijke ondersteuning van de portefeuillehoudersoverleggen
dient ondergebracht te worden in een zelfstandig, klein, procesgericht
samenwerkingsbureau
5. Bovenstaande betekent dat de bestaande gemeenschappelijke regeling moet worden
omgevormd. Hiervoor geldt het volgende tijdpad:
1998: begin met ontvlechting huidige samenwerking van GGD, regionale brandweer,
afvalverwijdering en milieutechnische samenwerking, door deze samenwerking onder
te brengen in eigen door portefeuillehouders bestuurde gemeenschappelijke
regelingen.
mei 1999: definitieve opheffing stadsgewest (tegelijkertijd met aanvang nieuwe
raadsperiode)
