2 Raadsvoorstel vervolg/ 28
1. Verkeersbesluit
De bouw van de tunnel zal doorgaand vrachtverkeer weer mogelijk maken,
dit in tegenstelling tot een besluit van burgemeester en wethouders
van Etten-Leur tot weren van doorgaand vrachtverkeer (bestemmingsver
keer voor de Moerdijkse Postbaan tussen RW 58 en Liesbosweg uitgezon
derd)
2. Onomkeerbare situatie
Realisering van het bouwplan (de tunnel) en derhalve de wijziging van
de bestemming "natuurgebied" in "verkeersdoeleinden" zorgt voor een
onomkeerbare ingreep in een stuk natuur bij de boswachterij "Lies
bosch". De aanwezige beuken langs de Moerdijkse Postbaan verdienen
bescherming tegen o.a. verzuring door overvloedig verkeer.
Het is reclamant voorts niet duidelijk waarom enerzijds het ontwerp-
bestemmingsplan "Knooppunt Princeville" qua besluitvorming wordt
opgeschort (waarin de aanleg van de tunnel opgenomen was), terwijl
anderzijds via deze procedure getracht wordt alsnog de vrijstelling te
verlenen.
3. Urgentie
- De noodzaak tot afronding van de werkzaamheden "omlegging Rijksweg
58 Etten-Leur" wordt niet nader onderbouwd.
- In het door Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant goedgekeurde
bestemmingsplan "Omlegging RW 58 Etten-Leur" blijkt evenmin de nood
zaak tot aanleg van de tunnel. Een reden zou kunnen zijn dat de
bestaande verbinding Moerdijkse Postbaan in stand gehouden dient te
worden en er geen beperkingen aan het bestaande verkeer opgelegd
worden. De bouw van de tunnel voorzover deze is gelegen op het grond
gebied van de gemeente Etten-Leur is mogelijk op grond van het vige
rende bestemmingsplan "Omlegging RW 58 Etten-Leur", doch ook de
gemeente Etten-Leur moet weten dat de besluitvorming van de gemeente
Breda afgerond dient te zijn.
- de noodzaak tot vervanging van de gelijkvloerse kruising van de
Moerdijkse Postbaan voor een tunnel is pas noodzakelijk als er voor
alle gelijkvloerse kruisingen een oplossing is.
- vanwege de HSL-problematiek is nog onduidelijk middels welk kooppunt
het afslaande verkeer Rijksweg 58-Breda geregeld gaat worden. Recla
mant voert aan dat, indien dit geschiedt middels een viaduct ter
plaatse van de woongemeenschap Lies, de te realiseren tunnel slechts
enkele honderden meters van dit viaduct verwijderd is. Afgevraagd moet
worden of de aanleg van de onderhavige tunnel dan nog wel noodzakelijk
is?