Op 27 juni 1996 heeft de gemeenteraad de nota Opvoedingsondersteuning vastgesteld. Hierin is richting gegeven aan het opvoedingsondersteunings- en ontwikkelingsstimu- leringsbeleid. Na een beschrijving van de bestaande situatie is in de nota Opvoedingsondersteuning een inhoudelijke kader gegeven en zijn uitgangspunten voor nieuw beleid vastgesteld. De nota geeft voorts mogelijke oplossingen voor de geformuleerde probleemstelling en een aanzet voor implementatie van het nieuwe beleid. De nota Opvoedingsondersteuning bevat een aantal opdrachten om verder uit te werken. Samenvattend gaat het om de volgende zaken: a. Het operationaliseren van de doelstellingen gericht op het voorkomen en bestrij den van achterstanden van kinderen van nul tot zes jaar; b. Het formuleren van een basispakket van voorzieningen en activiteiten gericht op alle kinderen van nul tot zes jaar en/of hun ouders en verzorgers; c. Het formuleren van een pluspakket van voorzieningen en activiteiten gericht op kinderen van nul tot zes jaar en/of hun ouders en verzorgers, wanneer er sprake is van een achterstandssituatie; d. Het afstemmen van beleid en activiteiten gericht op kinderen van nul tot zes jaar en/of hun ouders en verzorgers, van zowel gemeente, als van welzijns-, onder wijs- en overige (niet door de gemeente gesubsidieerde) instellingen; e. Het inzichtelijk maken van de inzet van middelen ten behoeve van activiteiten gericht op kinderen van nul tot zes jaar en/of hun ouders en verzorgers en de gevolgen van het nieuwe beleid hierin betrekken. Deze opdrachten zullen in deze uitwerkingsnotitie aan de orde komen. Uiteindelijk zullen zij leiden tot de realisatie van een grotere samenhang van algemene en situatiege richte activiteiten op het gebied van opvoedingsondersteuning en ontwikke lingsstimulering. De uitwerkingsnotitie opvoedingsondersteuning 1997 is tot stand gekomen na consultatie van organisaties die op het gebied van opvoedingsondersteuning en ontwikkelingsstimu lering actief zijn1. In deze uitwerkingsnotitie zijn de algemene beleidsuitgangspunten van de gemeente uitgangspunt geweest. Zo wordt aangesloten bij de keuzes voor districtsgewijs werken en de overgang van doelgroepenbeleid tot probleem- of vraaggericht beleid, zoals die in de Kadernotitie 1996 zijn gemaakt. Beleid dat 'traditionele' doelgroepen tot uitgangspunt neemt is te weinig specifiek gebleken en daarom vaak beperkt in zijn effecten en soms onnodig stimatiserend. Probleem- of vraaggericht beleid wordt in deze notitie 'situatiege richt beleid' genoemd: de situatie waarin een individuele burger (kind) verkeert is het uitgangspunt voor te ontwikkelen activiteiten. Ook wordt het belang van een goed be leidsinformatiesysteem en hanteerbare subsidie- en evaluatiecriteria in deze uitwerkings notitie onderkend en worden deze uitgewerkt. In de lijn van de Kadernotitie Sociale Ontwikkeling 1997 geeft deze uitwerkingsnotitie criteria waaraan bestaand beleid en bestaande activiteiten getoetst zullen worden. Op deze wijze zal worden vastgesteld wel ke activiteiten in de toekomst een inzet of bijdrage van de gemeente krijgen. Voorliggende notitie bevat géén lijst van activiteiten die ontplooid moeten gaan worden. In een situatiegerichtbeleid is dit ook niet mogelijk. Wel zullen voorwaarden aangegeven worden die gaan gelden voor bestaande en nieuw te ontwikkelen activiteiten. 1 INLEIDING. 1 COKB, GGD, Kruisvereniging, OVG en Vertizontaal. Uitwerkingsnotitie Opvoedingsondersteuning 1997

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1997 | | pagina 1053a