2. OPERATIONALISERING VAN DE DOELSTELLINGEN. De doelstellingen. Op pagina 21 van de nota Opvoedingsondersteuning zijn de volgende doelstellingen opgenomen: 1. Het optimaliseren van de kansen op de latere maatschappelijke participatie van kinderen in achterstandssituaties, (waarbij onder maatschappelijke participatie "het bereiken van sociale en professionele redzaamheid" wordt verstaan); 2. Het verbeteren van hun onderwijs- en ontwikkelingskansen, hetgeen moet leiden tot het opheffen van de ongelijkheid in de schoolloopbaan. Hierbij wordt gestreefd naar: voldoende kennis en vaardigheden om in te stromen in groep drie zonder extra "handicaps"; waarna de basisschoolperiode zonder extreme belemmeringen wordt doorlo pen; en minimaal een startkwalificatie (leerlingstelsel of KMBO) kan worden behaald (dit is voor veel kinderen een maximaal perspectief). Daarnaast is op pagina 26 van genoemde nota de volgende doelstelling gegeven: 3. In het aannamebeleid van peuterspeelzalen dient er naar gestreefd te worden dat de deelnemertjes een afspiegeling vormen van de bevolking in de buurt. ad. 1. Optimaliseren latere maatschappelijke participatie: Gelet op het abstractieniveau van deze doelstelling is het moeilijk om hiervan meetbare effecten af te leiden. Daar komt nog bij dat deze doelstelling gericht is op het bereiken van effecten op de lange termijn. Een effectmeting op korte termijn is niet mogelijk. Wanneer activiteiten in de voor- en vroegschoolse periode situatiegericht zijn en voldoen aan de voorwaarden die in hoofdstuk 4. worden gegeven, mogen we er van uitgaan dat deze bijdragen aan het optimaliseren van latere maatschappelijke participatie. Daarom wordt de volgende afgeleide doelstelling geformuleerd: 1. Het verhogen van de deelname van kinderen en/of gezinnen uit de doelgroep aan voor- en vroegschoolse activiteiten op het terrein van opvoedingsonder steuning en ontwikkelingsstimulering. Deze doelstelling betekent een inspanningsverplichting voor alle werkers in de voorzie ningen die tot het basispakket worden gerekend (zie hoofdstuk 3.). De verrichte inspan ning is eenvoudig af te meten aan de mate waarin kinderen en/of hun ouders verzorgers, die tot de doelgroep behoren deelnemen aan activiteiten op het gebied van opvoedings ondersteuning en ontwikkelingsstimulering. In aansluiting op hetgeen hiervoor is gesteld over de indicatiestelling, kan deze doel stelling als volgt in meetbare termen geformuleerd worden: 7 1. Alle kinderen en/of gezinnen uit de doelgroep nemen deel aan de voor hen ge- indiceerde vorm van opvoedingsondersteuning- en/of ontwikkelingsstimulerings activiteiten. Uitwerkingsnotitie Opvoedingsondersteuning 1997

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1997 | | pagina 1056a