minimaal gelijk is aan het percentage dat in het verzorgingsgebied van deze peuterspeel zaal woonachtig is. In meetbare termen: Dit mag niet leiden tot de invoering van een op deze doelstelling gericht aannamebeleid voor peuterspeelzalen. De doelstelling is wel een nadrukkelijk streven dat door middel van gerichte verwijzingen gerealiseerd zal moeten worden. Het meten van de doelstellingen. In het kader van het OAB wordt een informatiesysteem opgezet, waarmee de ontwikke lingen in de schoolloopbaan van kinderen wordt gevolgd. Dit systeem zal tevens beleids informatie moeten leveren, waardoor effecten van beleid zichtbaar gemaakt kunnen worden. Hiervoor zal onder andere gebruik worden gemaakt van de bestaande onder- wijsdatabank van de gemeente Breda. Hierin worden gegevens van Bredase (leerplichti ge) leerlingen op Bredase scholen geregistreerd. Tevens wordt aangesloten bij de regis tratie van het RMC. Hierdoor kunnen ook gegevens van jongeren die niet meer leer plichtig zijn geregistreerd en vergeleken worden. Het te ontwikkelen informatiesysteem zal, net als de reeds bestaande systemen, voldoen aan de regelgeving ten dienste van de bescherming van de privacy. De ingevoerde gegevens kunnen hierdoor alleen geanoni miseerd vergeleken worden. Door dit informatiesysteem te voeden met gegevens over opvoedingsondersteuningsacti viteiten wordt een mogelijkheid gecreëerd om de effecten van deze activiteiten op de lange termijn te meten. Tevens wordt hiermee de directe relatie tussen opvoedingsonder steuningsactiviteiten en de doelstellingen van het OAB gelegd. De gegevens over de deelname aan geïndiceerde vormen van opvoedingsondersteunings en/of ontwikkelingsstimuleringsactiviteiten (doelstelling l.a.) worden vooralsnog niet in dit informatiesysteem ingebracht. Toch is het meten van deze doelstelling van belang om te kunnen weten of inderdaad ook alle kinderen en/of gezinnen doorverwezen worden en deelnemen aan de voor hen geïndiceerde activiteiten. Hiermee wordt enerzijds het bereik van deze activiteiten duidelijk, anderzijds kan uit deze gegevens blijken of er in kwanti tatieve zin voldoende aanbod is. Daarnaast wordt door middel van het meten van deze doelstelling informatie verkregen om te kunnen beoordelen of de ontwikkelde opvoe dingsondersteunings- en ontwikkelingsstimuleringsactiviteiten aansluiten bij de vragen, die met de indicatiestellingen in beeld gebracht worden. De verkregen gegevens leveren zodoende informatie op voor de korte-termijn-evaluatie van het beleid. Daarom zullen deze gegevens op buurtniveau geregistreerd gaan worden. De doelstellingen 2.a tot en met 2.e., die deels al tot de doelstellingen van het OAB behoren, worden in het informatiesysteem opgenomen. Het meten van deze doelstellin gen levert informatie om de uitvoering van het beleid te evalueren en waar nodig bij te stellen. Om op de langere termijn de activiteiten in de voorschoolse periode te kunnen evalueren, moeten gegevens over specifieke, door kinderen uit de doelgroep gevolgde, activiteiten in de voorschoolse periode gekoppeld worden met gegevens over de schoolloopbaan. Daartoe zal nagegaan worden of het mogelijk is om deze gegevens gecodeerd in te voeren in de leerlingdatabank. Hierbij wordt aandacht besteed aan zowel 9 3. Het percentage allochtone penters dat een peuterspeelzaal bezoekt, komt mini maal overeen met het percentage allochtone peuters dat in het verzorgingsgebied van deze peuterspeelzaal woonachtig is.] Het nastreven van deze doelstelling kan mogelijk financiële gevolgen voor de exploitatie van peuterspeelzalen hebben. In Hoofdstuk 5 zal hierop teruggekomen worden. Uitwerkingsnotitie Opvoedingsondersteuning 1997

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1997 | | pagina 1057a