4 Raadsvoorstel vervolg/ 29 De huizen welke verderop zijn gelegen in de Dillenburgstraat met reeds bestaande bebouwing van dezelfde hoogte aan de overzijde, hebben ook met dit verschijnsel te maken en er treedt derhalve geen onevenredige benadeling op tussen reclamant en de overige bewoners. Aan de zijde van de Dillenburgstraat zullen zowel op de 1ste als de 2e verdieping 3 appartementen worden gerealiseerd met de woonzijde gericht op de Dillenburgstraat. De Dillenburgstraat is ter plekke circa 20 meter breed; de woning van reclamant is schuin tegenover deze appartementen gelegen en ligt derhalve op iets grotere afstand van de te realiseren woningen. Indien al gevreesd wordt voor aantasting van de privacy vanwege inkijk vanuit de appartementen in de woning van reclamant, dan achten wij deze maat zo ruim dat niet van een onaan vaardbare aantasting gesproken kan worden, zeker niet in vergelijking met de overige woningen in de Dillenburgstraat en de daar aanwezige bebouwing aan de overzijde van de straat. Concluderend zijn wij van mening dat op grond van bovenstaande overwe gingen de procedure tot het verkrijgen van een verklaring van geen bezwaar bij Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant vervolgd kan worden. Consequenties Juridische Communicatie Een inspraakavond heeft plaatsgevonden op 17 september 1996. Het verslag van deze avond ligt ter inzage*. Commissiebehandeling De commissie Ruimtelijke Ordening kan zich met dit voorstel verenigen. Burgemeester en wethouders van Breda, Chr.G.J. Rutten burgemeester. B. Ouwerkerk secretaris'. - l - Ligt ter inlage.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1997 | | pagina 183