5 Raadsbesluit vervolg/^ Artikel 11 Nakoming van verplichtingen De verplichtingen bedoeld in de artikelen 47, 49 en 50 van de Algemene wet inzake Rijksbelastingen (Stb. 1959, 301) en in de artikelen 58 en 60 van de Invorderingswet 1990, dan wel bedoeld of van toepassing verklaard in de algemene maatregel van bestuur krachtens artikel 246a van de Gemeentewet, gelden mede jegens de door het college van burge meester en wethouders aangewezen ambtenaren van de gemeentelijke belastingen. Artikel 12 Rente 1 Het bepaalde in Hoofdstuk V van de Invorderingswet 1990 inzake invorderingsrente vindt toepassing op de invordering van de onroe rende -zaakbelas tingen. 2 De ministeriële regeling bedoeld in artikel 31 van de Invorderings wet 1990 vindt daarbij overeenkomstige toepassing. Artikel 13 Inwerkingtreding en citeertitel 1 Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking. Zij is met betrekking tot de invordering tevens van toepassing op alle aanslagen in verband met belastbare feiten die zich voor 1 januari 1992 hebben voorgedaan, alsmede op alle aanslagen waarvan de invordering door de Rijksbelastingdienst op de voet van de Uitvoeringsregeling overdracht taken onroerend-goedbelas- tingen (Stcrt. 1991, nr. 252) aan de gemeente is overgedragen. 2 De datum van ingang van de heffing is 1 januari 1997. 3 Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening onroerende- zaakbelastingen Breda 1997". Secretaris.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1997 | | pagina 214