Artikel 11 Nakoming van verplichtingen Ingevolge artikel 56 van de Algemene Wet inzake rijksbelastingen kan door of vanwege de raad worden bepaald dat de verplichtingen neerge legd in de artikelen 47, 49 en 50 van die wet ook jegens andere ambte naren van de gemeentelijke belastingen moeten worden nagekomen. Sinds de inwerkingtreding van de Invorderingswet 1990 gelden ook bepaalde inlichtingenbevoegdheden voor de ambtenaar als bedoeld in artikel 212 Gemeentewet. Op basis van artikel 63a van de Invorderings wet 1990 kan ook hier het college van burgemeester en wethouders andere ambtenaren van de gemeentelijke belastingen aanwijzen. Door eveneens te verwijzen naar de algemene maatregel van bestuur ingevolge 246a van de Gemeentewet kan het college van burgemeester en wethouders ook de in het Besluit gegevensverstrekking gemeentelijke belastingheffing opgenomen verplichtingen jegens andere ambtenaren van de gemeentelijke belastingen doen laten gelden. Artikel 12 Rente Eerste lid In dit lid wordt voor alle duidelijkheid bepaald dat de renteregels van hoofdstuk V van de Invorderingswet 1990 van overeenkomstige toepassing zijn. Dit betekent dat invorderingsrente moet worden berekend indien na de laatste betalingstermijn niet of te weinig is betaald. Daartegenover moet invorderingsrente worden vergoed indien - na betaling - een belastingaanslag wordt verminderd. Tweede lid In artikel 31 van de Invorderingswet juncto artikel 231 van de Gemeen tewet dient de raad in de belastingverordening regels op te nemen voor de bij de berekening van de invorderingsrente toe te passen afrondin gen en voor het niet in rekening brengen van invorderingsrente die een bij die regeling bepaald bedrag niet te boven gaat. In dit lid is aansluiting gezocht bij de ministeriële regeling (de Uitvoeringsrege ling Invorderingswet 1990) door deze van overeenkomstige toepassing te verklaren. Artikel 13 Inwerkingtreding en citeertitel Op grond van het eerste lid van artikel 13 treedt deze verordening in werking met ingang van de achtste dag na de dag van de bekendmaking. Ingevolge artikel 13 9 van de Gemeentewet moet een besluit tot vast stelling van een belastingverordening bekend worden gemaakt. Deze bekendmaking zal geschieden door plaatsing van de integrale tekst in het Gemeenteblad. De opname van de verordening onroerende-zaakbelas tingen in het Gemeenteblad zal ook in een plaatselijke krant bekend worden gemaakt De in de - naar de nieuwe gemeente Breda - overgaande gebieden gelden de verordening onroerende-zaakbelastingen houdt ingevolge artikel 32 van de Wet ARHI met ingang van 1 januari 1997 op te gelden in de over gaande gebieden. De verordeningen blijven wel gelden voor de voor de datum van herindeling aangevangen belastingjaren. In het tweede lid is de datum van ingang van de heffing opgenomen. 7

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1997 | | pagina 221