Gemeente Breda
Raadsvoorstel 1997/44
Registratienummer 977000068
Dienst/afdeling RME-VSO-RO
Aantal bijlagen
Betreft: pilotprojecten verbetering openbaar vervoer Bavel en
Prinsenbeek
Inleiding
De gemeente Breda is verantwoordelijk voor het locale openbaar vervoer
(O.V.). In het gebied van de centrale stad bevonden zich tot 1-1-1997
vrijwel alle Bredase inwoners. De centrale stad biedt voldoende draag
vlak voor frequente stadsbuslijnen
Met de gemeentelijke herindeling per 1-1-1997 zijn de gemeenten Nieuw
Ginneken (het deel met Bavel en Ulvenhout)Prinsenbeek, Teteringen en
Breda samengevoegd. Daarmee strekt de verantwoordelijkheid voor een
adequaat openbaar vervoer zich uit over een significant groter aantal
inwonersHet niveau van het openbaar vervoer aanbod loopt erg uiteen
over de verschillende kernen van de nieuwe gemeente Breda. Het betreft
voor de kernen buiten Breda-stad overal streekvervoer, uitgezonderd de
lijn naar Bavel die per 1-1-1997 formeel stadslijn is geworden. De
streeklijnen lopen alle door naar het achterland.
Teteringen ligt qua O.V.-aanbod op het niveau van de centrale stad.
Bavel is het verst verwijderd van het minimum-niveau van de centrale
stad, als we kijken naar frequenties en de periode van de dag dat er
openbaar vervoer beschikbaar is. Prinsenbeek en Ulvenhout nemen min of
meer tussenposities in.
Wij stellen u twee pilotproj ecten voor ter verbetering van het open
baar vervoer van/naar Bavel en Prinsenbeek. E.e.a. maakt onderdeel uit
van het zogeheten openbaar vervoer bestek 1997 het wensen- en
eisenpakket aan de B.B.A. omtrent het locale openbaar vervoer. Onder
voorbehoud van de commissie- en raadsbehandeling van het voorliggende
voorstel hebben wij dit bestek reeds vastgesteld en aan de B.B.A.
gezonden. Het O.V.-bestek is eveneens besproken door uw commissie
ruimtelijke ordening op 25 februari.
Voorstel
1. Het voorzieningenniveau openbaar vervoer in Bavel en Prinsenbeek
d.m.v. een tweetal pilotprojecten (meer avondritten en voor Bavel
meer halfuursdiensten) zodanig verhogen, dat minder grote
verschillen ontstaan tussen de voormalige randgemeenten onderling
en met de centrale stad;
2. genoemde pilotprojecten voor de periode van één jaar vaststellen;
3. een evaluatie-onderzoek laten uitvoeren als basis voor latere
besluitvorming omtrent het vervolg op de projecten;
4. de kosten van de sub 1-2 genoemde pilotprojecten, groot 200.000,-
ten laste brengen van de bij de begrotingsbehandeling 1997 uit het
éénmalig beschikbare overschot toe te kennen gelden;
5. de kosten van het sub 3 genoemde vervoersonderzoek, groot
30.000,-, ten laste brengen van de te verdelen centrale stelpost
verfijningsregeling herindeling voor 1997.
Motivering/Toelichting
In het kort ziet de O.V.-kwaliteit naar de voormalige randgemeenten er