Gemeente Breda Bij lage bij raadsvoorstel en -besluitnr. 46 NOODVERORDENING in verband met klassieke varkenspest De burgemeester van Breda, Gelet op artikel 176 van de Gemeentewet; Overwegende dat het in verband met het ernstige besmettingsgevaar voor klassieke varkenspest noodzakelijk is onmiddellijk aanvullende maatregelen te treffen vooreen gedeelte van de gemeente waarvoor de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij bij regeling van 15 februari 1997, zoals nadien gewijzigd op 17 februari 1997, een vervoersverbod voor vee heeft afgekondigd als bedoeld in de artikelen 30, eerste lid en 107 van de Gezondheids- en Welzijnswet voor dieren; BESLUIT vast te stellen de navolgende verordening: voor het gedeelte van de gemeente zoals gearceerd is aangegeven op de bijgaande door de burgemeester gewaarmerkte tekening; Het is de eigenaar of houder van een hond of kat verboden, de desbetreffende hond of kat buitenshuis onaangelijnd te laten verblijven of te laten lopen, anders dan in een afgesloten hok, op een afgesloten erf of in een afgesloten tuin, behorende bij een woning. Artikel 2 Deze verordening treedt in werking met onmiddellijke ingang en geldt tot nader order. Aldus vastgesteld te Breda op 20 februari 1997 om 5 C uur. Overtreding van deze bepaling van deze verordening is strafbaar op grond van artikel 443 van het Wetboek van Strafrecht. Deze verordening is na vaststelling zo spoedig mogelijk ter kennis gebracht van de raad, van de commissaris van de Koningin in Noord-Brabant (fax 073-61.33.555) en van de hoofd-officier van justitie van het arrondissementsparket Breda (fax 076- 53.11.650). Artikel 1 w

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1997 | | pagina 315