Gemeente Breda Raadsvoorstel 1997/ 49 Registratienummer 976500033 Dienst/afdeling BD/BEL Aantal bijlagen geen Betreft: KWIJTSCHELDINGSREGELING GEMEENTELIJKE HEFFINGEN. Inleiding Ingevolge de Gemeentewet is de gemeente bevoegd om kwijtschelding van gemeentelijke heffingen te verlenen. Hierbij is ze wel gebonden aan de door de Minister van Financiën gestelde regels, tenzij een gemeente in beperktere mate kwijtschelding wil verlenen. In 1995 is de mogelijkheid gecreëerd voor lokale overheden om een ruimere kwijtscheldingsnorm te hanteren dan ingevolge de Invorderingswet 1990 tot dan mogelijk was. Na evaluatie van de ervaringen met deze verruimingsmogelijkheid heeft het Kabinet besloten om met ingang van 1 januari 1997 een nog verdergaande verruiming mogelijk te maken. Indien een gemeente hiervan gebruik wil maken, dient ze dit wel in de gemeentelijke belastingverordeningen of in een afzonderlijke kwijtscheldingsregeling vast te leggen. 1Bij de beoordeling van de aanvragen om kwijtschelding van gemeentelijke belastingen de norm "kosten van bestaan" te stellen op 100% van de bijstandsnorm; 2. De Kwijtscheldingsregeling gemeentelijke heffingen 1997 vast te stellen, waarin rekening is gehouden met vorenstaand besluit. Motivering/T oelichting De gemeente Breda maakt voor wat betreft de gemeentelijke belastingen maximaal gebruik van de door de wetgever in artikel 255 van de Gemeentewet neergelegde kwijtscheldingsmogelijkheden. Bij de vaststel ling van de Kwijtscheldingsregeling gemeentelijke heffingen 1995 zijn slechts beperkingen aangebracht voor wat betreft de belastingsoorten (geen kwijtschelding van leges, marktgelden enz.), de honden belasting (geen kwijtschelding voor tweede en volgende honden), en voor de indieningstermijn (binnen twee maanden na dagtekening aanslagbiljet). Door de Unie van Waterscliappen en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten is reeds geruime tijd aangedrongen op meer beleidsvrijheid voor de waterscliappen en de gemeenten op kwijtscheldingsgebied. Vanuit de opvatting dat het inkomensbeleid puur een zaak van het rijk is, is tot 1995 deze beleidsvrijheid niet toegestaan. In 1995 echter heeft het kabinet besloten, na adviezen van de Werkgroep Inkomens- en Kwijtscheldingsbeleid (WIK), om een verruiming mogelijk te maken door de norm "kosten van bestaan" op maximaal 95% van de bijstandsnorm te stellen. In 1996 is besloten op basis van de evaluatie van deze verruiming om een nog verdergaande mogelijkheid te creëren door de norm "kosten van bestaan" op maximaal 100% van de bijstandsnorm te stellen. In overeenstemming met het reeds vastgestelde armoedebeleid stellen wij uw raad voor de door de rijkswetgever geboden mogelijkheid te benutten. In de evaluatienota "Evaluatie kwijtschelding gemeentelijke belastingen 1996" wordt uitvoerig ingegaan op de gevolgen van een verruiming van de normen voor de netto-opbrengsten, de tarieven en de uitvoeringswerkzaamheden door de afdeling belastingen. Met betrekking tot de minderopbrengsten als verhoging van de kwijtscheldingsnorm is in het raadsbesluit met betrekking tot uniformering van de gemeentelijke belastingverordening na de herindeling besloten om eventuele tekorten in de bestemmingsheffingen in 1997 te dekken vanuit de produktreserves. Voorstel

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1997 | | pagina 329