Gemeente Breda Raadsvoorstel 1997/51 Registratienummer 976500129 Dienst/afdeling CS/Middelen Aantal bijlagen Geen Betreft: GEMEENTELIJK GARANTIEBELEID T.B.V RECHTSPERSONEN ALSMEDE OVERDRACHT VAN BEVOEGDHEDEN AAN HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS. Inleiding Op 27 juni 1996 heeft de toenmalige raad van de gemeente Breda in het kader van de herijking van het gemeentelijk garantiebeleid t.b.v. rechtspersonen het navolgende besloten: 1. In te stemmen met de navolgende uitgangspunten bij het garanderen van geldleningen aan een rechtspersoonlijkheid bezittende derde: - de investering waarvoor een garantie wordt gevraagd moet passen binnen het gemeentelijk beleid en er dient sprake te zijn van een zodanig gemeentelijk belang dat de gemeente bereid is het tot stand komen van het project te stimuleren; - de gemeente moet (enige) invloed kunnen uitoefenen op het betreffen de beleidsterrein; - de lasten moeten passen binnen structureel beschikbare exploitatie- gelden; - indien waarborging door andere instanties, overigens onder gelijke condities, mogelijk is zal de gemeente geen garantie verstrekken; - er dient aantoonbaar vastgesteld te zijn dat financiering zonder gemeentegarantie niet mogelijk is; - het risico dient voor de gemeente overzienbaar en aanvaardbaar te zijn en dient zoveel mogelijk te worden beperkt; 2. Vast te stellen de "Algemene voorwaarden voor gemeentelijke garan ties van geldleningen" zoals deze als bijlage bij het voorstel zijn gevoegd 3. In te trekken het raadsbesluit van 16 april 1970 tot vaststelling van de "Algemene voorwaarden, waaronder de gemeente Breda de richtige betaling van rente, aflossing en boete van een door een rechtspersoon lijkheid bezittende derde bij een geldgever te sluiten geldlening garandeert" 4. De bevoegdheid tot het beslissen op gemeentegarantieaanvragen over te dragen aan het college van burgemeester en wethouders voorzover de aanvragen voldoen aan de vastgestelde uitgangspunten. 5. Een jaarlijkse vergoeding van 1/8 in te stellen over het uit staande bedrag voor het verstrekken van garanties waarbij geen achter borgsysteem van toepassing is en deze jaarlijkse vergoeding te storten in de algemene reserve. 6. De ingangsdatum te bepalen op 28 juni 1996. In de voormalige randgemeenten bestond geen specifiek garantiebeleid. In Nieuw-Ginneken en Teteringen werd ad hoe beslist op ingekomen aanvragen. In Prinsenbeek werd in principe geen garantie verleend. In verband met overliquiditeit zijn in een aantal gevallen zelf geldle ningen verstrekt.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1997 | | pagina 339