Bijlage bij raadsvoorstel nr. 14
NOTITIE SPEELAUTOMATENBELEID 1997
1Probleem
Momenteel voert elke van de per 1-1-1997 samen te voegen gemeenten
(Breda, Prinsenbeek, Nieuw-Ginneken en Teteringen) een eigen speelau-
tomatenbeleidZie bijgevoegd vergelijkend overzicht.
Dat zal per die datum één uniform beleid moeten zijn.
Dat beleid zal enerzijds moeten passen binnen de door het rijk te
stellen kaders en anderzijds moeten zijn toegesneden op de lokale
situatie
Deze notitie is bedoeld om - gegeven die kaders en de situatie - te
komen tot één beleid.
Vaststelling van beleid voor die datum is bovendien nodig omdat de in
Breda verleende vergunningen aflopen per 31-12-1996.
2Rijks-kaders
De regering heeft op 17 oktober 1995 een nieuwe nota over kansspelen
vastgesteld onder de titel "Kansspelen herijkt".
De regering vindt dat de sterke groei in het aantal hulpzoekende gok
verslaafden en de toenemende samenhang tussen gokverslaving en (ver
wervingscriminaliteit reden is voor:
beheersing van de negatieve gevolgen;
beperking van het aanbod;
intensivering van de handhaving.
Concreet gaat het om:
"vriendelijker" automaten;
landelijke invoering van 2-0-0 beleid
het bestaande verbod in club- en buurthuizen en sporthallen
edhandhaven
nieuw: kansspelautomaat-verbod in laagdrempelige horeca-inrich
tingen, zoals cafetaria's en videotheken;
nieuw: een landelijk minimum van twee kansspelautomaten in
hoogdrempelige horeca-inrichtingen (cafés en restaurants)
invoering identificatie/toegangsbewijs in hallen;
geen invoering van behendigheidsautomaat met kleine prijzen;
mogelijkheid gemeentelijke leges te verhogen om toezichts-kosten
te dekken.
Verder wordt voorgesteld te werken met convenanten.
3 Lokale situatie
Inzicht in de lokale situatie van het gokverslavingsprobleem kan wor
den verkregen uit twee documenten:
het evaluatie-rapport "Gokt Breda, nog steeds?"
het verslag van de politie over de controle gedurende de afgelopen
jaren
Het evaluatierapport beschrijft:
de mate waarin verslaafden een beroep hebben gedaan op Bredase
hulpverleningsinstellingen, dit op basis van een registratie bij
het CAD, het straathoekwerk en het JAC;
het gok (en aanverwant) gedrag van jongeren, dit op basis van een
enquête onder ca. 2400 scholieren (afkomstig uit Breda en randge
meenten)
Uit de registratie kan geconcludeerd worden, dat het aantal hulpbe
hoevenden over één jaar (1995) 85 bedroeg. Binnen dit jaar is een