2
Raadsvoorstel vervolg/ yQ
burgemeester en wethouders is bevoegd op deze terreinen nadere regels
te stellen.
De Verordening Kinderopvang is niet alleen van toepassing op kinder
dagverblijven, maar ook op peuterspeelzalen, buitenschoolse opvang en
gastouderopvangVoor elk van deze vormen van kinderopvang is een
aantal identieke eisen opgenomen. Per soort voorziening zijn nadere
regels en uitzonderingen geformuleerd.
Afwijkingen ten opzichte van de modelverordening van de VNG.
In overleg met vertegenwoordigers van gesubsidieerde kindercentra in
Breda en de voormalige gemeenten Teteringen, PrinsenBeek en Nieuw
Ginneken, is de door de VNG ontwikkelde Model-verordening op enkele
plaatsen aangepast
Deze aanpassing betreft o.a. artikel 17. Hierin wordt de houder van
een kindercentrum verplicht om, wanneer hij redelijkerwijs kan vermoe
den dat het gevaar van overbrenging van een infectieziekte aanwezig
is, alvorens enig persoon tot het kindercentrum toe te laten, de
directeur van de GGD te raadplegen en zijn advies op te volgen. Met
deze wijziging wordt een beroep gedaan op de verantwoordelijkheid van
de houder en hem de verplichting opgelegd om handelend op te treden.
Ter aanvulling aan de Model-verordening is artikel 21 opgenomen.
Hierin worden initiatiefnemers die incidentele kortdurende kinderop
vang aan willen bieden ontheven van de vergunningplicht, mits deze
initiatieven gemeld zijn bij burgemeester en wethouders en de inrich
ting en het beheer van de voorziening voldoet aan de in de verordening
bedoelde regels.
De overgangsbepaling is, ten opzichte van de Model-verordening,
aangevuld met een bepaling, waarin houders van peuterspeelzalen
(waarvoor geen nadere regelgeving in het Tijdelijk Besluit kwaliteits
eisen kinderopvang is opgenomen) niet na één jaar, maar pas na drie
jaar aan de eisen van deze verordening behoeven te voldoen. Hiermee
wordt aangesloten bij de praktijk van (met name het personeelsbeleid
van) de peuterspeelzalen in de voormalige gemeenten Nieuw Ginneken,
Teteringen en Prinsenbeek en het besluit van het projectcollege om de
subsidiesystematiek gedurende maximaal 3 jaar te handhaven.
Consequenties
Juridisch:
Het intrekken van de Verordening Kinderopvang 1991 en de inwerkingtre
ding van onderliggende Verordening Kinderopvang.