Paragraaf 4 Uitzonderingen
Artikel 19 Aantallen functionarissen per groep in een peuterspeelzaal
In afwijking van artikel 1 5 kunnen de groepen in een peuterspeelzaal onder leiding staan van
een functionaris en een begeleidster.
Artikel 20 Verblijfsruimte peuterspeelzalen
Het in artikel 16, lid 3 bepaalde geldt niet voor peuterspeelzalen.
Artikel 21 Incidentele kortdurende kinderopvang
Het kindercentrum dat uitsluitend openstaat voor opvang die niet regelmatig op vaste tijden
noodzakelijk is en daarbij gedurende maximaal twee uur per dag, opvang biedt aan kinderen in
de leeftijd van 0 tot 4 jaar, is ontheven van de vergunningplicht in artikel 2 bedoeld, indien;
a de houder tenminste acht weken voor aanvang van de openstelling van het
kindercentrum, burgemeester en wethouders hiervan schriftelijk in kennis stelt,
b de inrichting en het beheer van het kindercentrum, naar oordeel van burgemeester en
wethouders, voldoet aan de regels bedoeld in paragraaf 1 van dit hoofdstuk.
HOOFDSTUK 3 STRAF-, OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN
Artikel 22 Strafbepaling
Overtreding van artikel 2 en 9 en van de kwaliteitsregels in hoofdstuk 2 wordt gestraft met
hechtenis van ten hoogste twee maanden of een geldboete van de tweede categorie en kan
bovendien worden gestraft met openbaarmaking van de rechtelijke uitspraak.
Artikel 23 Toezicht en opsporing
1 Burgemeester en wethouders kunnen personen aanwijzen die belast zijn met het
toezicht op de naleving van de bij of krachtens deze verordening gestelde voorschriften.
2 De opsporing van de in artikel 21 strafbaar gestelde feiten is, naast de in artikel 141 van
het Wetboek van Strafvordering genoemde opsporingsambtenaren, opgedragen aan hen
die door burgemeester en wethouders met het toezicht op de naleving van deze
verordening zijn belast, voor zover het de feiten betreft die in de aanwijzing zijn vermeld.
3 De in het eerste lid bedoelde toezichthouders zijn bevoegd elke plaats te betreden met
uitzondering van een woning zonder toestemming van de bewoner.
Artikel 24 Controle
Burgemeester en wethouders controleren ten minste een maal per jaar de houders op naleving
van de verordening.
Verordening Kinderopvang
6