MMJ887
Artikel 25 Overgangsbepaling
1 Een jaar na de inwerkingtreding van deze verordening dienen alle houders van
kinderdagverblijven, buitenschoolse kinderverblijven en gastouderbureaus te voldoen aan
de in of krachtens deze verordening gestelde eisen.
2 Drie jaar na de inwerkingtreding van deze verordening dienen alle houders van
peuterspeelzalen te voldoen aan de in of krachtens deze verordening gestelde eisen.
3 Vergunningen en ontheffingen die zijn verleend onder de werking van de laatstgeldende
verordeningen van de gemeenten Breda, Nieuw Ginneken, Prinsenbeek en Teteringen,
blijven nog gedurende één jaar na de inwerkingtreding van deze verordening van kracht.
4 Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om een
vergunning of ontheffing op grond van de Verordening kinderopvang 1991 is ingediend
en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening niet op die aanvraag is
beslist, wordt daarop deze verordening toegepast.
Artikel 26 Inwerkingtreding
1 Deze verordening treedt in werking op de derde dag na die waarop zij is afgekondigd.
2 De Verordening kinderopvang 1991, vastgesteld op 2 mei 1991 wordt ingetrokken op
de in het eerste lid bedoelde datum, met dien verstande dat de verordening gedurende
één jaar onverkort van kracht blijft ten aanzien van kindercentra en gastouderbureau die
een op deze verordening gebaseerde vergunning hebben.
Artikel 26 Citeertitel
Deze verordening kan worden aangehaald als: Verordening kinderopvang.
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van
De voorzitter,
Verordening Kinderopvang
7