Bij de aanvraag voor een vergunning voor het houden van gastouderbureaus zijn in ieder geval
de volgende gegevens relevant (voor zover voorradig op het moment van aanvraag):
a aantal functionarissen en een afschrift van hun diploma's;
b een afschrift van de aansprakelijkheids- en ongevallenpolis;
c aantal bemiddelingen dat men jaarlijks denkt te verrichten;
d eventuele overige vormen van dienstverlening;
e een afschrift van de overeenkomst met de gastouders;
f als de houder een natuurlijke persoon is: een opgave van naam, adres, geboortedatum;
g indien de houder een rechtspersoon is: een opgave van namen en adressen van de bestuurs
leden en de statuten,
h naam en adres van de contactpersoon.
Artikel 3 Weigering en ontheffing
In het eerste lid wordt aangegeven dat burgemeester en wethouders uiteraard de vergunning
weigeren als niet wordt voldaan aan de voor een vergunning noodzakelijke voorschriften. Art.
4:5, eerste en derde lid Awb, geeft de regeling met betrekking tot het aanvullen van ontbreken
de gegevens.
De bepaling in het tweede lid is opgenomen om in bijzondere omstandigheden toch een vergun
ning te kunnen afgeven. Het verlenen van een ontheffing is echter niet mogelijk voor de kwali
teitsvoorschriften die overgenomen zijn uit het Tijdelijk besluit kwaliteitsregels kinderopvang
(afgezien van een overgangstermijn van een jaar na de vaststelling van de gemeentelijke verorde
ning; zie artikel 24).
Artikel 4 Voorschriften en beperkingen
Door aan een vergunning/ontheffing voorschriften en beperkingen te verbinden kan de gewenste
rechtstoestand op de concrete situatie worden toegesneden.
In literatuur en jurisprudentie wordt algemeen het standpunt gehuldigd dat de bevoegdheid tot
het verbinden van voorschriften in beginsel aanwezig is in die gevallen waarin het al dan niet
verlenen van die vergunning of ontheffing ter vrije beslissing staat van het beschikkende orgaan.
Artikel 5 Behandeling aanvragen
Afdeling 3.4 Awb bevat de uitgebreide voorbereidingsprocedure. Deze procedure ziet er a Is
volgt uit:
- De aanvraag of de ontwerp-vergunning wordt met de daarop betrekking hebbende stukken
voor alle belanghebbenden ter inzage gelegd voor een periode van ten minste vier weken.
- Er wordt kennisgeving gedaan van de terinzagelegging in een of meer dag-, nieuws-, of huis-
aan-huisbladen, dan wel op andere geschikte wijze. Het bestuursorgaan stelt de aanvrager
van de vergunning op de hoogte van toepassing van het geregelde in afdeling 3.4.
- Belanghebbenden kunnen hun zienswijze over de aanvraag of ontwerp-vergunning schriftelijk
of mondeling naar voren brengen.
- Nadat de periode van het naar voren brengen van de zienswijzen is verstreken, dient het be
stuursorgaan de aanvrager van de vergunning in de gelegenheid te stellen op de zienswijzen
te reageren.
Wanneer de uitgebreide voorbereidingsprocedure niet van toepassing wordt verklaard, geldt de
"gewone" voorbereidingsprocedure. In dat geval kunnen burgemeester en wethouders de
uitgebreide voorbereidingsprocedure overigens in concrete gevallen van toepassing verklaren (art
3:10 Awb).
Artikelgewijze toelichting Verordening Kinderopvang
4