niet genoemd in het Tijdelijk besluit kwaliteitsregels kinderopvang, maar zijn opgenomen om de strekking van de nadere regels te beperken. Wat betreft de eisen aan de inrichting, hygiënische toestand en veiligheid van het kindercentrum gaat het om gebruikseisen. Deze vormen een aanvulling op hetgeen bij of krachtens de Woning wet geregeld is. Behalve in de Woningwet zelf zijn. dergelijke eisen in het Bouwbesluit en in de gemeentelijke bouwverordening opgenomen. Artikel 12 Invloed van functionarissen, gastouders en begeleidsters op het beleid van de houder De formulering van dit artikel is overgenomen uit het Tijdelijk besluit kwaliteitsregels kinder opvang (artikel 2, lid 1, onderdeel b, en artikel 3, onderdeel b). Toegevoegd is "en begeleid sters", hetgeen zeker voor peuterspeelzalen van belang is. In de AMVB is de volgende toelich ting opgenomen. "Waarborging van de invloed van functionarissen en van personen die functionarissen onder steunen bij de verzorging en opvoeding wordt van belang geacht voor het tot stand brengen van een goede interne kwaliteitszorg. Daarbij is essentieel dat de niveaus betrokken bij de verzorging en opvoeding van de kinderen binnen de organisatie vanuit de eigen positie en deskundigheid inbreng leveren en mede vormgeven aan de door externe en/of interne om standigheden noodzakelijkerwijs onafgebroken bijstelling van beleid en bedrijfsvoering. Op deze wijze kan een optimale wisselwerking tussen aanbod en vraag gewaarborgd worden." Overigens is voor de functionarissen in de CAO-welzijn en in de Wet op de ondernemingsraden de medezeggenschap van de werknemers op het beleid van de werkgever geregeld. Artikel 13 Informatie aan ouders/verzorgers Dit artikel is gelijk aan artikel 4 van het Tijdelijk besluit kwaliteitsregels kinderopvang. Uit de AMVB is ook de navolgende toelichting overgenomen. "Een goede informatie aan de ouders/verzorgers van de kinderen die gebruik maken van een kindercentrum of gastouderopvang is één van de instrumenten die kwaliteitsbevorderend werken. In dit artikel wordt gesteld dat in de gemeentelijke verordening de eis wordt opgeno men van een schriftelijke informatieplicht over een aantal essentiële onderwerpen door de houder van een kindercentrum of gastouderbureau. Een pedagogisch) beleidsplan kan daarvoor een goede basis vormen. In een dergelijk plan kunnen onder meer worden opgenomen de pedagogische doelstellingen, de inzet van perso neel na opening en vóór sluiting van het kindercentrum en in bijzondere omstandigheden, de wijze van groepsvorming en groepsindeling, de dagindeling 'en de wijze waarop met de kinderen wordt omgegaan en het contact met de ouders wordt onderhouden. Verder kan gedacht worden aan het vermelden van openingstijden, de verschillende opvangarrangemen- ten, zoals hele- of halve-dagopvang, en de regelingen tijdens vakanties en bij ziekte van functionarissen. Gastouderbureaus kunnen op overeenkomstige wijze een @agogisch) be leidsplan opstellen met belangrijke aspecten betreffende de gastouderopvang. Recent is het voorstel van de Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen aangenomen door de Tweede Kamer. Dit wetsvoorstel is ook van toepassing op kinderopvang die uit collectieve middelen wordt gefinancierd. De wet verplicht zorgaanbieders voor elke instelling een cliëntenraad in te stellen en legt vast wat de bevoegdheden van de cliëntenraad zijn. Belangrijk is bijvoorbeeld het instemmingsrecht dat de cliëntenraad heeft met betrekking tot klachtenprocedure en kwaliteitsborgingssysteem. Het is uiteraard van belang dat ook in niet- gesubsidieerde kinderopvang de medezeggenschap van cliënten zorgvuldig en inzichtelijk is geregeld. Daarbij verdient aansluiting bij de wettelijke verplichtingen voor gesubsidieerde kinderopvang aanbeveling." Artikelgewijze toelichting Verordening Kinderopvang 7

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1997 | | pagina 466