In aanvulling op het Tijdelijk besluit kwaliteitsregels kinderopvang moet het volgende vermeld worden. De Wet medezeggenschap cliënten zorginstellingen is wel door de Eerste Kamer behandeld, maar niet vastgesteld. Deze wet zal ook op kindercentra van toepassing zijn, zij het alleen op gesubsidieerde kindercentra. Van toepassing op kindercentra (ook ongesubsidieerde) is de Wet klachtrecht cliënten zorgsec tor. Hierin wordt onderdeel b van dit artikel uit de verordening verder uitgewerkt. Zie hiervoor ook hoofdstuk 1 Artikel 14 De aansprakelijkheids- en ongevallenverzekering Dit artikel voorkomt eventuele problemen over gemeentelijke aansprakelijkheid, De formulering is een concretisering van artikel 2, lid 1, onderdeel c, en artikel 3, onderdeel d van het Tijdelijk besluit kwaliteitsregels kinderopvang. Paragraaf 2 Specifieke regels voor kindercentra Artikel 15 Groepsgrootte en aantallen functionarissen De normen voor groepsgrootte per leeftijdscategorie en aantallen functionarissen (lid 1, 2 en 3) zijn afkomstig uit het Tijdelijk besluit kwaliteitsregels kinderopvang (artikel 2, lid 2, onderdelen a, b, c en d). Uiteraard kan het aantal kinderen per groep verlaagd worden. De groepsgrootte en het aantal kinderen dat tegelijkertijd aan één functionaris is toevertrouwd zijn van grote invloed op de kwaliteit van de kinderopvang. Kleinere groepen betekenen echter een verhoging van de perso neelslasten. Aangezien de peuterspeelzalen niet vallen onder het Tijdelijk besluit kwaliteitsregels kinderop vang kunnen grotere groepen worden toegestaan. Bovendien is het niet verplicht dat de groepen onder leiding van een functionaris staan. In deze verordening is er echter voor gekozen dat er in peuterspeelzalen ten minste één functionaris per groep is. Er is derhalve een afwijkende regeling voor de leiding van groepen in een peuterspeelzaal getroffen (zie artikel 19). In de verordening is gekozen voor dezelfde groepsgrootte voor alle soorten voorzieningen. Voor het vaststellen van het aantal kinderen zijn in de praktijk drie niveaus te onderscheiden: de capaciteit van de voorziening, de bezetting op papier en tot slot het aantal aanwezige kinderen, waaraan op enig moment opvang en verzorging wordt geboden. In deze verordening wordt, overeenkomstig het Tijdelijk besluit kwaliteitsregels kinderopvang, uitgegaan van het aantal feitelijk aanwezige kinderen. Hierdoor is een flexibele bedrijfsvoering mogelijk, wat onder meer inhoudt dat de inzet van personeel aangepast kan worden bij kleine groepen. In bijvoorbeeld de opstartfase is het denkbaar dat één functionaris op een kleine groep voldoende is. In de toelichting op het Tijdelijk besluit kwaliteitsregels kinderopvang wordt een aantal voor beelden gegeven voor de bepaling van de toegestane groepsgrootte. Regelmatige controle door de gemeente is daarbij vanzelfsprekend. Bij het opstarten van een nieuw kinderdagverblijf is het zaak om bij het samenstellen van de groepen rekening te houden met de toekomstige leeftijdssamenstelling. Zo lijkt het erg aantrek kelijk om bij opening van een dagverblijf meteen aan alle vraag naar babyopvang te voldoen. Probleem daarvan kan zijn, dat men lange tijd blijft zitten met een groot leeftijdscohort. Daarom lijkt het beter babyopvang gefaseerd in te voeren. Artikelgewijze toelichting Verordening Kinderopvang 8

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1997 | | pagina 467