Gemeente Breda
Raadsvoorstel 1997/17
Registratienummer 97 6500043
Dienst/afdeling CON/CBB/JZ
Aantal bijlagen
Betreft: Voordracht van fractie Verpaalen voor benoeming van mevr. G.
van den Maagdenberg tot commissielid (steunfractielid)
Inleiding
De heer Verpaalen is uitgetreden uit de fractie van De Parel van het
Zuiden en wenst voorlopig te worden beschouwd als een afzonderlijke
fractie, de fractie Verpaalen. In dat verband heeft hij mevrouw G. van
den Maagdenberg voorgedragen voor benoeming tot commissielid (steun-
fractielid) voor zijn fractie.
Voorstel
1. mevrouw G. van den Maagdenberg niet te benoemen tot commissielid.
Motivering/Toelichting
Het Reglement voor de vaste adviescommissies aan burgemeester en
wethouders (RvA) bepaalt in artikel 3, tweede lid, dat per fractie
twee leden benoembaar zijn tot lid van een commissie. Voor benoeming
komen uitsluitend in aanmerking degenen die blijkens de voor de
laatstgehouden raadsverkiezingen vastgestelde kandidatenlijsten ten
opzichte van de met betrekking tot die fractie zitting hebbende
raadsleden als eerstvolgende kandidaten in aanmerking komen voor een
mogelijk tussentijdse benoeming tot lid van de raad. Als deze kandi
daat schriftelijk heeft verklaard niet voor benoeming tot raadslid in
aanmerking te willen komen, is de eerstvolgende op de kandidatenlijst
benoembaar tot commissielid.
De fractie Verpaalen heeft als zodanig niet deelgenomen aan de laatst
gehouden verkiezingen. Er is met betrekking tot die fractie geen
vastgestelde kandidatenlijst. Benoembaar zijn dan ook alleen steun-
fractieleden voor de fractie van De Parel van Het Zuiden. Voor die
fractie zou mevrouw Van den Maagdenberg benoemd kunnen worden.
Een en ander betekent, dat in het voorliggende geval niet voldaan
wordt aan de eisen die het RvA ten aanzien van benoeming van niet-
raadsleden stelt. Mevrouw Van den Maagdenberg kan dus niet worden
benoemd als commissielid/niet-raadslid voor de fractie Verpaalen.
Consequenties
geen