5
Samenwerking moet overigens flexibel zijn. De aard van de
problematiek bepaalt wie samen werken. Partners binnen West-
Brabant kunnen ook individueel samenwerken met partners buiten
West-Brabant. De samenwerking binnen West-Brabant onderscheidt
zich, doordat die intensiever en struktureler zal zijn.
Bouwsteen 4.
Het primaire belang van de intergemeentelijke samenwerking is
de gezonde sociaal-ekonomische ontwikkeling van West-Brabant.
Daartoe dienen economische en ecologische belangen zorgvuldig
tegen elkaar te worden afgewogen. De provincie heeft-daarin de
belangrijkste rol, maar het is van belang, dat de gemeenten
daarop gezamenlijk invloed kunnen uitoefenen. Zij stemmen
daartoe beleid op elkaar af, zodat van een gecoördineerde
belangenbehartiging sprake kan zijn. Het is van belang, dat
alle gemeenten in die samenwerking participeren, maar de
laatste gemeente mag niet het tempo bepalen. Regio- en lands
grensoverschrijdende samenwerking wordt gezocht. Vanzelfspre
kend moet de samenwerking overigens flexibel zijn.
5. Samenwerking bij gemeentelijke uitvoeringstaken.
Ook na de herindeling zijn de meeste gemeenten te klein om
bepaalde uitvoerende taken volledig in eigen beheer te doen.
Ket beleid moet in alle gevallen op gemeentelijk nivo worden
bepaald, maar de uitvoering kan soms beter worden uitbesteed
aan organisaties met een groter draagvlak. Gedacht wordt dan
aan de al regionaal opererende diensten, zoals alarmcentrale,
regionale brandweer, ggd en afvalverwerking. Ook milieu kan
worden genoemd.
Bedrijfseconomische en kwaliteitsargumenten dienen bepalend te
zijn voor de keuze van de juiste schaal voor uitvoerende
(facilitaire) diensten. Die schaa-1 kan varieren: de huidige
schaal kan toereikend zijn, de schaal van West-Brabant kan
aangewezen zijn, maar ook een hoger schaalnivo kan logisch
zijn. Per onderwerp moet dat worden bezien.
Als vertrekpunt voor de discussie geldt het huidig schaalnivo
van de bestaande diensten. Later kan per onderwerp de meest
adequate schaal worden bepaald. Op basis daarvan kan besluit
vorming over eventueel gewenste fusie van bestaande diensten
plaatsvinden.
De diensten dienen - op welke schaal danook georganiseerd - te
functioneren als relatief zelfstandige bedrijven in de vorm
van facilitaire diensten. De uitvoering wordt daarmee op
afstand georganiseerd. De dienstverlening dient zoveel moge
lijk te worden toegesneden op de behoefte van iedere gemeente.