7
De inhoud van de samenwerking moet voorop staan, de structuur
is daaraan ondergeschikt.
De samenwerkingscultuur is open, flexibel en gericht op de
inbreng van alle betrokkenen.
De gemeenten bepalen de inhoud van de samenwerking.
7. Bestuurlijke vormgeving van de samenwerking.
Gemeenten bepalen de inhoud van de samenwerking. Zij sturen de
samenwerking aan. Zij vormen dus het hart van de samenwerking.
Het ligt danook voor de hand het voortouw voor de inhoudelijke
samenwerking te leggen bij de gemeentelijke portefeuillehou
ders
Per (af te spreken) beleidsveld is er een intergemeentelijk
portefeuillehoudersoverleg, dat de samenwerking inhoudelijk
aanstuurt.
In dat overleg worden samenwerkingsafspraken gemaakt.
Die afspraken worden vervolgens bevestigd door de colleges van
burgemeester en wethouders en/of de gemeenteraden.
Formalisering van de afspraken kan in de vorm van intentiever
klaringen of convenanten.
Door deze vorm te kiezen kan er sprake zijn van groeiende
samenwerking, die zichzelf bewijst.
Over het tempo waarin deze vorm van samenwerking op de schaal
van West-Brabant tot stand komt, moeten nadere afspraken
worden gemaakt.
In de gemeenten zijn de colleges van burgemeester en wethou
ders belast met de beleidsvoorbereiding. Vanwege de grensover
schrijdende samenhang op de relevante beleidsvelden is afstem
ming van gemeentelijk beleid nodig.. Dat dient ons inziens in
het proces van beleidsvoorbereiding te gebeuren. Om die reden
is het van belang, dat de colleges van burgemeester en wethou
ders in de voorbereiding van samenwerkingsprojekten en -be
sluiten een belangrijke rol vervullen.
Besluitvorming over het aangaan van de samenwerking en het
budgetrecht zijn en blijven uiteraard bevoegdheden van de
gemeenteraden
Door de voorgestelde vorm van samenwerking wordt de invloed
van de raad vergroot. Immers, de raad wordt niet al in het
voorbereidingstraject gecommiteerd, maar kan belangen inte
graal afwegen en het college aanspreken op diens inbreng in de
samenwerking.
Bouwsteen 6.