-'ÜSÜ
Hoofdstuk V
Vergaderingen
Artikel 14
1. De voorzitter van de commissie belegt de vergaderingen.
2. De voorzitter of namens hem de secretaris roept de leden schriftelijk
onder gelijktijdige toezending van de agenda op.
De voorzitter bepaalt dag en uur van de vergadering.
3. De commissie komt in vergadering bijeen indien de voorzitter zulks
nodig oordeelt of op verzoek van drie leden van de commissie.
Artikel 15
1. De besluiten van de commissie en de afdelingen worden bij volstrekte
meerderheid van stemmen genomen.
2. Indien de stemmen staken, beslist de voorzitter.
3De leden onthouden zich van medestemmen ter zake van bezwaarschriften
die hen, hun echtgenoten of hun bloed- en aanverwanten tot en met de
derde graad persoonlijk aangaan.
Artikel 16
1. De leden zijn verplicht in het belang van de bescherming van de
persoonlijke levenssfeer van de burger tot geheimhouding van de
aangelegenheden de individuele burger betreffende.
2. De in lid 1 genoemde verplichting is ook van kracht na beëindiging
van het lidmaatschap van de commissie om welke reden dan ook.
3De aan de leden van de commissie toegezonden stukken die betrekking
hebben op bezwaarschriften worden door de leden aan de secretaris
gegeven en door de zorg van de secretaris vernietigd.
4. Bij schending van de in het eerste lid bedoelde geheimhoudingsplicht
kunnen burgemeester en wethouders het betreffende lid van de commis
sie schorsen.
Van deze schorsing brengen burgemeester en wethouders binnen 14 dagen
na de schorsing de raad op de hoogte.
De raad besluit in zijn eerstvolgende vergadering of de betrokkene
wordt ontslagen, dan wel een schriftelijke waarschuwing wordt
gegeven
Alvorens te besluiten worden de betrokkene op door de raad te bepalen
wijze gehoord.
Hoofdstuk VI
De Procedure
Artikel 17
1. Op het ingediende bezwaarschrift wordt de zorg van de secretaris
datum van ontvangst aangetekend.
2Het bezwaarschrift met de daarbij overgelegde stukken en een door de
dienst uitgebracht nader rapport wordt zo spoedig mogelijk in handen
van de commissie gesteld.
Artikel 18
De bevoegdheden ingevolge de artikelen 2:1, tweede lid, 6:6, voor wat
betreft het de indiener stellen van een termijn waarbinnen het verzuim in