Behandeling van het concept.
Door de gehandicaptenplatforms is de concept verordening gezamenlijk
bekeken. Dit heeft geresulteerd in het opstellen van algemene vragen en een
pagina's gewijs commentaar.
Ter vergadering worden deze stukken aan eenieder uitgereikt.
De heer Goderie stelt voor naar aanleiding van deze stukken de concept
verordening te behandelen.
Bij de behandeling van de opgestelde vragen blijkt dat door de gehandicap
tenplatforms een andere invalshoek is genomen. De gezamenlijke gehandicap
tenplatforms zijn er bij het opstellen van de vragen ervan uitgegaan dat
knelpunten in de uitvoering van de Wvg meegenomen kunnen worden, zodat er
nieuw beleid kan ontstaan.
Omdat het maken van nieuw beleid niet de bedoeling is, en de geplande
evaluatie van de Wvg in de maand april 1997 normaal doorgaat, zullen
sommige vragen op een later tijdstip alsnog aan de orde komen.
Van de zijde van de gemeenten wordt vervolgens ingegaan op de diverse
vragen. Daar sommige vragen betrekking hebben op komende beleidsregels
wordt van de zijde van de gemeenten meegedeeld, dat het gedane huiswerk
door de gezamenlijke gehandicaptenplatforms niet voor niets is geweest,
omdat nu reeds bij de vaststelling van de beleidsregels inzicht bestaat in
de door de platforms aangehaalde knelpunten.
Deze verslaglegging beperkt zich tot die vragen die betrekking hebben op de
concept-verordening zoals deze thans voor inspraak is aangeboden.
Paoina 1.
Het begrip inkomen in de begripsbepalingen en in artikel 5.1 zal nader
worden bekeken en zo mogelijk worden aangepast.
Pagina 2.
Toegezegd wordt dat beperking in relatie tot belemmering nader zal worden
bezien.
Pagina 5.
Verzocht wordt om een exactere omschrijving van wat onder bijzondere
omstandigheden wordt verstaan.
Geantwoord wordt dat deze omstandigheden moeilijk nader zijn te omschrij
ven. Aan de platforms wordt verder meegedeeld dat er steeds naar de
persoonlijke omstandigheden wordt gekeken en indien er sprake is van
bijzondere omstandigheden, dan wordt hier extra aandacht aan besteed.
Pagina 8.
De termijn van zes maanden voor een financiële vergoeding bij tijdelijke
huisvesting blijft gehandhaafd. Deze termijn is redelijk en houdt de druk
op de ketel om de tijdelijke huisvesting te verruilen voor een definitieve
huisvesting. Mocht door factoren (buiten schuld van de Wvg gerechtigde) een
langere termijn dan 6 maanden noodzakelijk zijn, dan wordt hiermee rekening
gehouden.
Pagina 9.
Toegezegd wordt dat in artikel 3.3. lid 1 het woordje kan opnieuw zal
worden bekeken.
Omtrent de hoogte van de niet samenvallende vervoersbehoefte bij echtgeno
ten blijft anderhalf maal een enkele voorziening staan, maar er zal opnieuw
gekeken worden of er een afstemming kan plaatsvinden voor persoonlijke
behoeften.