3 Raadsvoorstel vervo lg/219 fonds Sociale Woningbouw te borgen bedrag (hoeft niet betaald te wor den off balance). Bij de overdracht van risico's aan het Waarborgfonds Sociale Woning bouw dient het volgende onderscheid te worden gemaakt: a. gegarandeerde geldleningen met 100% risico gemeente; b. gegarandeerde geldleningen met 100% contragarantie van het Rijk; c. door de gemeente verstrekte geldleningen voor 1 april 1994; d. door de gemeente verstrekte geldleningen na 1 april 1994. ad a Gedurende de looptijd van deze leningen blijft de gemeentegarantie gehandhaafd. Voor deze garanties moet de gemeente met het Waarborg fonds overeenkomsten van vrijwaring sluiten. Het betreft een 25-tal leningen. Deze leningen blijven ook geadministreerd in de staat F. ad b Gedurende de looptijd van deze leningen blijft de gemeentegarantie gehandhaafd. Voor deze garantie moet de gemeente met het Waarborg fonds overeenkomsten tot vrijwaring sluiten. Het betreft een 55-tal leningen. Indien de gemeente voor deze leningen voor 1 januari 1997 geen besluit genomen heeft vervalt de rijkscontragarantieOok deze leningen blijven geadministreerd in de staat F. Deze leningen hebben allemaal een looptijd van 20 jaar. ad c Gedurende de loopt ij d van de geldlening blijven deze leningen bij de gemeente geadministreerd en wordt jaarlijks de rente en aflossing ontvangen. Voor de overdracht van de risico's moet per lening met het Waarborgfonds Sociale Woningbouw een overeenkomst tot borgtocht worden afgesloten. Het betreft een 64-tal leningen. ad d Deze leningen blijven bij de gemeente geadministreerd. Deze leningen moeten worden omgezet in de standaardovereenkomsten van het Waarborg fonds Sociale Woningbouw. Het betreft een 6-tal leningen. vervolgaktiviteiten - met het Waarborgfonds Sociale Woningbouw zal een afspraak moeten werden gemaakt wanneer concrete uitvoering van overdracht kan plaats vinden - er zullen zon 150 uitvoeringsbesluiten van B&W moeten worden ge maakt - Voor de leningen vermeld onder c moeten de woningbouwverenigingen bij overdracht een obligo aanhouden van 2,5%. Bij schuldvernieuwing moeten de woningbouwcorporaties een obligo aanhouden van 3,75%. Tevens moet een disagio betaald worden van 0,40% tot 0,75% afhankelijk van de looptijd van de lening;

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1997 | | pagina 789