2 Raadsvoorstel vervolg/ 124 Strikt genomen had deze subsidie-aanvraag voor het verstrekken van een jaarlijkse subsidie met ingang van 1 januari 1996 voor de duur van 4 jaar niet in behandeling hoeven te worden genomen omdat artikel 12 van de verordening slechts voorziet in een jaarlijkse subsidie of een incidentele of experimentele subsidie bij tijdig aanvragen daarvan. In het eerste geval moet de aanvraag worden ingediend vóór 1 april, voor afgaande aan het werkjaar. Dat tijdstip is zo gekozen om tot een goede verdeling van het budget te komen. In het tweede geval ten minste acht weken voor de aanvang van de activiteit waarvoor de subsidie wordt gevraagd. Hoewel de aanvraag is ingediend op 16 oktober 1996 en dus niet in behandeling had te hoeven worden genomen is dat abusievelijk toch gebeurd. Uitgangspunt bij het beschikken op subsidie-aanvragen is het door de raad vastgestelde volume-besluit, aangevende tot welk maximaal bedrag middelen beschikbaar worden gesteld voor subsidie en het eveneens door de raad ter specificatie daarvan vastgestelde budgetoverzicht, aange vende de terreinen en deelterreinen in het welzijnsveld. Voor 1996 kwam appellant in dat overzicht voor met een bedrag van f 2.460,en voor de jaren 1997 tot en met 1999 komt appellant daarin voor met een bedrag van f 2.000,Dat bedrag is appellant inmiddels voor 1997 voorlopig toegekend. Volgens artikel 4, derde lid, van de verordening wordt subsidie slechts verstrekt indien en voorzover het betreffende terrein- of deelterreinbudget daartoe toereikend is. Met toekenning van genoemde subsidie voor 1997 is dat budget voor eerdergenoemd subsidieterrein voor 1997 uitgeput. Het staat appellant uiteraard vrij het voor 1997 voorlopig toegekende subsidiebedrag geheel of gedeeltelijk voor de aandachtsfunctionaris Wet Voorzieningen Gehandicapten aan te wenden. Wij voegen hier nog het volgende aan toe. Het door voornoemde commissie vastgestelde motiveringsgebrek in het beroepschrift achten wij voldoende hersteld door het ter hoorzitting door appellant naar voren gebrachte. Het door deze commissie vastgestelde motiveringsgebrek in het bestre den besluit achten wij voldoende hersteld door onze hiervoor gegeven motivering. Consequenties geen Communicatie

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1997 | | pagina 813