Gemeente Breda GEMEENTE BREDA RAADSVOORSTEL 1997/127 Registratienummer:978000118 Dienst/afdeling SAW/SZ BETREFT: Verordening uitstroompremies gemeente Breda 1997 II INLEIDING Met ingang van 1 oktober 1997 treedt nieuw beleid in werking voor wat betreft de (gedeeltelijke) vrijlating van inkomsten uit arbeid. Dit beleid heeft consequenties voor het premiebeleid, vastgelegd in de Verordening uitstroompremies VOORSTEL 1. Vast te stellen de bijgevoegde en als zodanig gewaarmerkte Verordening uitstroompremies 1997 II. 2De evaluatie van het bij deze verordening vastgestelde beleid periodiek te betrekken bij het beleidsverslag Abw. MOTIVERING/TOELICHTING De verordening uitstroompremies is laatstelijk per 1 januari 1997 gewij zigd, naar aanleiding van de gemeentelijke herindeling. Bij die gelegenheid is reeds op de invoering van de nieuwe vrijlatingsbepaling vooruitgelopen. In de verordening 1997 is een bepaling opgenomen, dat geen recht op premie bestaat voor degene, die recht op vrijlating van inkomsten heeft. Wijzigingen naar aanleiding van vrijlatingsregeling Het premiebeleid is in 1994 in de plaats getreden van het vrijlatingsbe- leid. Om die reden heeft dat beleid ook voorzien in een premie voor inkomsten uit deeltijdwerk. Met de herinvoering van de centrale vrijla tingsbepaling voor inkomsten uit deeltijdwerk, heeft de gemeente een aparte beleidsbevoegdheid gekregen voor de vrijlating van deze inkomsten. Daarmee ontstaat een nieuw regime van regels, in een afzonderlijke verordening. Voor het premiebeleid heeft dit tot gevolg, dat geen afzonderlijke premie meer zal worden verstrekt bij het aanvaarden van deeltijdwerk. Het kan voorkomen, dat het aannemen van deeltijdwerk leidt tot beëindiging van de uitkering. In dat geval bestaat recht op premie voor de in deze verordening opgenomen doelgroep(en)In algemene zin kan gesteld worden, dat van het vrijlatingsregime sprake is, zolang aanvullende uitkering noodzakelijk is; premie wordt verstrekt bij beëindiging van de uitkering. Er gelden twee uitzonderingen: voor vrijwilligerswerk en voor seizoenwerk. - Bij vrijwilligerswerk in het kader van een Melkert-experiment bestaat recht op premie, terwijl de uitkering doorloopt; dat geldt ook als sprake is van vrijwilligerswerk in deeltijd. - De afzonderlijke regeling voor seizoensarbeid is gehandhaafd. Dit werk wordt veelal in deeltijd verricht, maar de inkomsten kunnen hoger liggen dan de uitkering. Bovendien worden door de premieregeling ook mensen, die niet behoren tot een van de categorieën, die voor vrijlating in aanmerking komen, gestimuleerd seizoenarbeid te aanvaarden. Bestaat er evenwel recht op vrijlating van inkomsten, dan wordt geen premie ver strekt. Daarbij kan worden aangetekend, dat het 'vrijlatingsregime' een iets groter financieel voordeel met zich meebrengt dan het 'premiere gime Een toelichting op de nieuwe vrijlatingsbepalingen en de gevolgen voor het premiebeleid is opgenomen in hoofdstuk 4 van de algemene toelichting bij de verordening Overige wij zigingen Wij hebben geconstateerd, dat bij het vaststellen van de Verordening uitstroompremies 1997 de algemene toelichting op het beleid niet uit de voorafgaande verordening is overgenomen. Wij hechten echter aan deze

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1997 | | pagina 843