b. inzet op specifieke toeleidingsprojecten Een deel van het budget kan besteed worden als (aanvullende) financiering van specifie ke arbeids- of werkervaringsprojecten. Ook projecten van vrijwilligerswerk kunnen voor bepaalde (groepen) uitkeringsgerechtigden een belangrijke opstap naar uitstroom naar regulier werk bieden. In de nieuwe bijstandswet biedt het 'experimenteer-artikel' ruimte voor nieuwe mogelijkheden op dit gebied. Daarbij is wel voorzien in een inkomen voor de werkloze, maar niet in de projectkosten. c. budget voor het wegnemen van individu-specifieke belemmeringen Niet zelden is sprake van materiële belemmeringen met betrekking tot deelname aan activiteiten met betrekking tot scholing en/of werkervaring. Het betreft bijvoorbeeld kosten van leermiddelen, reiskosten, verwervingskosten en kosten van kinderopvang. Primair worden deze kosten met bijzondere bijstand vergoed. Een subsidiaire mogelijk heid is wenselijk, gelet op de toenemende druk op het budget bijzondere bijstand. d. inzet op bevordering van scholing De bezuinigingen bij de Arbeidsvoorziening beperken in toenemende mate de mogelijk heid van vergoeding van scholingskosten. In individuele gevallen wordt ook voor deze v kosten bijzondere bijstand verleend. De druk op dat budget is echter groot en groeiend. Het is daarom wenselijk te voorzien in aanvullende mogelijkheden om te voorzien in kosten van scholing, voor zover dit niet door de basiseducatie of Arbeidsvoorziening geschiedt. Concrete voorstellen voor de inzet van het budget, dat door de decentralisatie van de vrijlatingsbepalingen beschikbaar is gekomen, zullen steeds afzonderlijk worden voorgelegd. 2. Beperking premiemogelijkheden 2.7 Reservering Gekozen is voor een flexibel beleid, op meerdere sporen. Hetzelfde beleidsdoel (reïnte gratie van werklozen in de arbeid) wordt met verscheidene middelen nagestreefd, waar tot oktober 1994 slechts één middel werd benut (gedeeltelijke vrijlating van arbeidsin komsten). De keuze voor meerdere sporen impliceert dat niet op eenzelfde voet, resp. met eenzelfde omvang, ingezet kan worden op het verstrekken van premies. Reservering ten behoeve van overige instrumenten is noodzakelijk. Voor de periode tot oktober 1996 is een substantieel deel van het budget besteed aan uitstroompremies, gelet op het overgangsrecht waarin zowel wettelijk als bij beleidsre gels is voorzien. 2.2 Beperking en afbakening De vrijlatingsbepalingen hadden een generieke werking. In de praktijk bleek het geld dat hiermee gemoeid was vooral terecht te komen bij werklozen met een kleinere afstand tot de arbeidsmarkt. Juist degenen met een geringe kans op arbeid werden met dit instrument nauwelijks bereikt. Om die reden is gekozen voor een gericht beleid ten aanzien van het verstrekken van premies: het beleid is afgebakend zowel wat betreft de te leveren prestatie als wat betreft de doelgroep. Op de beoogde doelgroep wordt in hoofdstuk 3 nader ingegaan. Voor wat betreft de prestatie is de mogelijkheid van premie beperkt tot de arbeidsprestatie: er wordt enkel premie verstrekt als daadwerkelijk van (tijdelijke of blijvende, gehele of gedeeltelijke) uitstroom sprake is. Geen premie wordt verstrekt bij het met succes voltooien van opleiding of scholing. Vooralsnog wordt enkel premie verstrekt voor een prestatie die direct gevolg heeft voor de bijstandsafhankelijkheid.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1997 | | pagina 852