Het kan voorkomen, dat het aannemen van deeltijdwerk leidt tot beëindiging van de
uitkering. Ook in dat geval bestaat recht op premie voor de in deze verordening
opgenomen doelgroep(en). In algemene zin kan gesteld worden, dat van het vrijlatingsre
gime sprake is, zolang aanvullende uitkering noodzakelijk is; premie wordt verstrekt bij
beëindiging van de uitkering.
Een uitzondering daarop geldt voor het recht op premie bij vrijwilligerswerk, in het kader
van een Melkert-experiment. In dat geval bestaat recht op premie, terwijl de uitkering
doorloopt; dat geldt ook als sprake is van vrijwilligerswerk in deeltijd.
De afzonderlijke regeling voor seizoensarbeid is gehandhaafd. Dit werk wordt veelal in
deeltijd verricht, maar de inkomsten kunnen boven de uitkeringsnorm liggen. Bovendien
worden door de premieregeling ook mensen, die niet behoren tot een van de categoriën,
die voor vrijlating in aanmerking komen, gestimuleerd seizoenarbeid te aanvaarden.
Bestaat er evenwel recht op vrijlating van inkomsten, dan wordt geen premie verstrekt.
Daarbij kan worden aangetekend, dat het 'vrijlatingsregime' een iets groter financieel
voordeel met zich meebrengt dan het 'premieregime'.