Sub e.
De hoogte van de premie is in artikel 5 van deze verordening aangegeven. De
opgenomen bedragen zijn de - netto - uit te betalen bedragen. De premie wordt
fiscaal als inkomen aangemerkt, zodat over deze premies loonheffing verschuldigd is.
Deze loonheffing wordt door de gemeente afgedragen.
2 Voorwaarden voor het recht op premie
Artikel 2
In dit artikel is de doelgroep omschreven. Hierbij is aansluiting gezocht bij de doelstel
ling van het premiebeleid: stimuleren van deelname aan arbeid. Door de huidige
omschrijving komen met name mensen die kansrijk zijn op de arbeidsmarkt niet in
aanmerking voor een premie.
Sub a.
In het algemeen kan gesteld worden dat mensen voor een premie in aanmerking komt
als men één jaar werkloos is. Het kan dus voorkomen, dat al op het moment van
entree in de uitkering (Abw, loaw, loaz) recht op premie bestaat, bijvoorbeeld omdat
met tevoren al een jaar een werkloosheidsuitkering heeft ontvangen.
Sub b.
De voorwaarde van één jaar werkloosheid geldt niet voor alleenstaande ouders: zij
ontvangen ongeacht de duur van hun werkloosheid of uitkeringsduur een premie bij
aanvaarding van arbeid. Hiermee wordt een extra stimulans voor deze groep inge
bouwd, welke groep voor de eerste keer in het kader van de nieuwe Algemene
bijstandswet een arbeidsverplichting wordt opgelegd.
Sub c.
Onder de doelgroep is ook de groep mensen gebracht, die in het kader van de
Melkert-3- banen deelnemen aan een experiment. Daarmee zijn de verschillende
Melkert- banen onder de werkingssfeer van het premiebeleid gebracht. Het stimuleren
van deze belangrijke arbeidsinpassingsinstrumenten is mede van belang in relatie tot
de categorie mensen aan wie deze banen worden aangeboden.
Artikel 3
In artikel drie zijn criteria opgenomen met betrekking tot de arbeid, die aanleiding kan
geven tot het toekennen van premie.
Eerste lid
Hier is de hoofdregel van het premiebeleid opgenomen. Het toekennen van premie is
een instrument voor uitstroombevordering. Als uitgangspunt kan dan ook premie
verstrekt worden, als werkaanvaarding leidt tot een (definitieve) beëindiging van de
uitkering.
Tweede lid
Gelet op de arbeidsmarktsituatie is tevens recht op premie verbonden aan het
verkrijgen van tijdelijk werk, wat leidt tot (tijdelijke) beëindiging van recht op uitke
ring. Aangezien voor het bedrag van de premie is uitgegaan van forfaitaire bedragen
(zie artikel 5), moet wel sprake zijn van een redelijke gewerkte periode.
Hiervoor is enerzijds aangesloten bij de termijn van de wettelijke proeftijd. Indien
iemand, buiten eigen toedoen1, aan het einde van de proeftijd van twee maanden
wordt ontslagen, kan de gewerkte periode wel recht op premie geven. In zo'n situatie
is immers de facto tijdelijk gewerkt voor een periode van (iets) meer dan 40 werkda
gen.
Een ontslag door eigen toedoen zal vanzelfsprekend niet met een premie worden 'beloond'.
Stafeenheid Controle en Kwaliteitsbeheersing
21 mei 1997