Anderzijds is rekening gehouden met een situatie, dat weliswaar op minder dan 40 dagen is gewerkt, doch dat dit materieel tot gevolg heeft gehad dat (ook) gedurende twee maanden geen recht op uitkering heeft bestaan. Gewerkte perioden binnen een half jaar na de eerste werkaanvaarding worden daarbij samengeteld. Derde lid Een uitkeringsgerechtigde die start als zelfstandige kan voor premie in aanmerking komen. Als voorwaarde geldt eenzelfde als voor het recht op bijstand als zelfstandi ge: er moet sprake zijn van een levensvatbaar bedrijf. Deze voorwaarde is in deze verordening opgenomen om het risico van doorkruising van het (landelijk geregelde) zelfstandigenbeleid te voorkomen. Indien hij vooralsnog als zelfstandige op bijstand aangewezen blijft, is niet de hoogte van het inkomen maar het aantal gewerkte uren bepalend voor de hoogte van de premie: bij deeltijdarbeid als zelfstandige geldt ook de 'dageneis' uit het tweede lid. Vierde lid Hier is een regeling opgenomen met betrekking tot seizoenarbeid. Tot 1997 ontbrak een dergelijke regeling in de verordening, terwijl regelmatig blijkt dat aan een dergelij ke stimulans behoefte is, mede gelet op het karakter van de te verrichten werkzaam heden. Voor seizoenarbeid in de land- en tuinbouw op de volle grond wordt premie toegekend. Het recht op premie is wel gebonden aan specifieke voorwaarden. Geen premie wordt toegekend als de belanghebbende naast deze werkzaamheden reeds een dienstbetrekking heeft, of in hetzelfde jaar reeds een premie op grond van deze verordening heeft ontvangen. Ook als hetzelfde werk recht geeft op een vrijlating van inkomsten, wordt ook geen premie verstrekt. Het vrijlatingsregime levert voor de belanghebbende overigens iets meer financieel voordeel op. Artikel 4 In dit artikel is bepaald, dat geen premie zal worden toegekend als de werklozen zijn werkaanvaarding niet heeft kenbaar gemaakt, met andere woorden: in gevallen van inkomensfraude. Hoewel dit voor de hand lijkt te liggen is het wenselijk dit uitdrukke lijk in de verordening op te nemen. Vóór 1 oktober 1994 diende de in het BLN geregelde inkomensvrijlating namelijk ook gehanteerd te worden bij het vaststellen van een terugvorderingsbedrag, zelfs als die terugvordering een gevolg was van inkomensfraude. Met de bepaling in artikel 4 wordt dit voorkomen. Artikel 5 Voor de hoogte van de premie worden twee differentiaties gehanteerd: de samenstel ling van het huishouden en de aard en omvang van de arbeid. Deze differentiaties zijn geregeld in het eerste, resp. het tweede lid. Het derde lid betreft een anticululatiebe- paling. Eerste lid Het is een gegeven dat alleenstaanden bij het aanvaarden van betaalde arbeid op minimumloonniveau er financieel méér op vooruit gaan dan gezinshoofden. Het is gerechtvaardigd dat verschil door een hogere premie in zekere mate te compenseren ten gunste van gezinshoofden. Daarnaast is overwogen dat voor alleenstaanden reeds een grotere prikkel uitgaat van het inkomensverschil bij arbeidsaanvaarding. De premie voor vrijwilligerswerk in het kader van een 'Melkert 3 experiment' bedraagt de helft van de premie voor het aannemen van betaald werk. Voor de maximering van de premie voor seizoensarbeid is aangesloten op de nieuwe regels voor vrijlating van inkomsten uit deeltijdarbeid. Tweede lid Het stimuleringsbeleid moet erop gericht zijn zoveel mogelijk te bewerkstelligen dat uitkeringsgerechtigden (weer) duurzaam in het arbeidsproces ingeschakeld raken. Die kans is het grootst wanneer arbeid voor langere tijd (liefst voor onbepaalde tijd) wordt Stafeenheid Controle en Kwaliteitsbeheersing 21 mei 1997

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1997 | | pagina 858