8 Raadsvoorstel vervolg/ 22 geheven dan wel een privaatrechtelijke vergoeding worden berekend. In de Woonwagenwet zijn twee mogelijkheden genoemd om een vergoeding te vragen voor het innemen van een standplaats met een woonwagen op gemeentegrond. In het kader van het woonwagenbeleid bestaat een voor keur voor het sluiten van een huurovereenkomst om zoveel mogelijk gelijkheid met de sedentaire bevolking te bereiken. Indien een stand plaatshouder echter niet bereid is een huurovereenkomst te sluiten, zal op basis van de Staangeldverordening een aan de huursom gelijk bedrag aan staangeld worden geheven. Op basis van de Woonwagenwet is de gemeente verplicht in een dergelijke keuzemogelijkheid te voorzien. Thans is in voorbereiding een wetsvoorstel tot wijziging van de Huisvestingswet en de intrekking van de Woonwagenwet per 1 juli 1997. Met de intrekking van de Woningwet komt genoemde keuzemogelijkheid voor de standplaatshouder te vervallen en zal er dan uitsluitend nog sprake zijn van een verhuursituatieBij het niet sluiten van een huurovereenkomst zal de standplaats verlaten dienen te worden. Gezien vorenstaande ontwikkelingen stellen wij voor om voor de heffing van staangelden vooralsnog gebruik te maken van de algemene overgangsrege ling als bedoeld in artikel 28 van de Wet ARHIDit betekent dat de betreffende verordeningen in de deelgebieden nog van kracht zullen blijven Uniformering van de overige heffingen Voor de hierna genoemde heffingen doen wij uw raad een voorstel om één van de verordeningen geldend te verklaren voor het gehele gebied dan wel een nieuwe verordening vast te stellen: 1. Rioolrechten; 2Hondenbelasting 3. Afvalstoffenheffing; 4Leges 5Precariobelasting 6Parkeerbelastingen 7. Havengelden; 8. Graf- en begraafrechten Ad 1Rioolrechten De kosten van het beheer en onderhoud riolering voor "oud" Breda zijn voor 1997 geraamd op 10.358.682,--. In de vergadering van de gemeen teraad van Breda dd. 28 november 1996 zijn voor 1997 kostendekkende tarieven rioolrecht vastgesteld. De kosten van het beheer en onderhoud riolering voor de deelgebieden Nieuw-Ginneken, Prinsenbeek en Teterin- gen bedragen, indien wordt uitgegaan van een volledige toerekening van alle kosten terzake, in totaal 1.897.000,--. Bij de toepassing van de Bredase tarieven rioolrecht kan ten aanzien van deze deelgebieden een totaalopbrengst worden geraamd van 1.675.000,--, zodat er sprake is van een onderdekking van 222.000,--. Fiscaal-rechtelijk is het niet mogelijk een hoger tarief dan in de Bredase verordening riool recht vast te stellen. Wij stellen uw raad daarom voor de verordering rioolrechten Breda vanaf 1 februari 1997 geldend te verklaren voor het

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1997 | | pagina 89