ruimtelijke ordeningsprocessen en de veelomvattende problematiek die eigen is aan inbreidingslocaties vormen hiervoor de redenen. Gelukkig zorgde het bestemmingsplan Westerpark nog voor een redelijk aanbod op de woningmarkt. De komende jaren zullen in grote aantallen woningen op inbreidingslocaties op de markt komen, en wel veelal als appartementen. Zo'n 2000 tot 2200 in jaren 1997 en 1998, zowel in de huur- als de koopsfeer. Deze productie heeft uiteraard gevolgen voor de mogelijkheid tot temporisering van de binnenstedelijke locaties. Ontwikkelingen Momenteel is er sprake van economische groei. Deskundigen verwachten een lichte tot matige economische groei, die weer zorgt voor een geringe stijging van de koopkracht. Wellicht uit de koopkrachtstijging zich wat sterker op de woningmarkt, omdat het aantal tweeverdieners nog toeneemt. Daarnaast is er sprake van een lage inflatie en financiële experts voorspellen dat de rente zich in elk geval de komende 3 jaar op het huidige niveau zal handhaven. Als kopers van nieuwbouwwoningen zullen zich minder starters, maar méér "doorstromers" melden in de leeftijd van 30 tot 40 jaar. Die doorstromers verlaten een huurwoning of een voormalige premie-A, -B of -C woning. De echte vergrijzing zal eerst vanaf 2005 intreden en dan zal de vraag naar ouderen huisvesting sterk toenemen. Daartoe zullen tevoren woon- en voorzieningenconcepten moeten zijn ontwikkeld. Over de aanpassing van de bestaande voorraad ten behoeve van de huisvesting van ouderen zijn met de woningcorporaties afspraken gemaakt voor de periode 1996/97. De doorstromers, zoals hiervoor vermeld, en de overige kopers zullen als gevolg van de verdere individualisering en flexibilisering van de maatschappij geen of minder snel genoegen nemen met een standaardwoning. Zij hebben immers al de nodige "wooner- varing" en letten daardoor scherp op kwaliteit. Zij willen een grotere, betere en vaak ook een duurdere woning. Bovendien zullen vooraf qua plaats en omvang dwingend opgelegde woonfuncties niet langer worden geaccepteerd. Ouderen zullen woningen gaan zoeken, waarin zij zo lang mogelijk zelfstandig kunnen blijven wonen. Dat leidt tot een groeiende vraag naar laagbouwwoningen of apparte menten -ook in dorpen- met (zorg)voorzieningen op directe afstand. Het zal duidelijk zijn dat voornoemde woonconsumenten een gedifferentieerd woningaanbod eisen, alsmede gedifferentieerde woonconcepten en woonmilieus met een sterke eigen identiteit. Het woonmilieu-onderzoek 1995 (bureau Companen) bevat relevante informatie over de gewenste woonmilieus. Het rapport maakt duidelijk dat 66% van de woonconsumenten kiest voor sub-urbane woonmilieus, nader aan te geven als waterrand-, bosrand-, dorps-, villa- of tuinstadmilieu. De benodigde woningen zullen grotendeels op de Vinexlocaties worden gebouwd. Als gevolg van de vertragingen die op de Vinexlocaties in Nederland zijn opgelopen ver schuift de grote woningproductie naar achteren. Vanaf 2000 zullen veel nieuwbouwwo ningen te koop worden aangeboden. Hoge rijkssubsidies op woningbouwlocaties zullen niet meer aan de orde zijn. De locale overheid zal een belangrijke rol gaan spelen door voorwaardenscheppend te functioneren door middel van haar grondbeleid, bestem mingsplannen, milieuvoorschriften enz. Een actiever grondbeleid hoort daar bij. Daartoe biedt de gewijzigde Wet voorkeursrecht gemeenten mogelijkheden. 7

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1997 | | pagina 982