3 WONINGBOUWREALISATIE EN VOORSTEL VOOR EEN
BOUWSCENARIO
3.1 DE VOORGESTELDE KEUZES
Zoals in hoofdstuk 1 is geconstateerd is er sprake van een overcapaciteit aan bouwlo
caties, zowel binnenstedelijk als buitenstedelijk. Er zijn derhalve keuzes mogelijk.
Primair dient een keuze gemaakt te worden of binnenstedelijke of buitenstedelijke
locatiebenutting de voorkeur verdient.
Voorgesteld wordt om waar mogelijk te kiezen voor buitenstedelijke locaties, vanuit
onderstaande motieven:
De markt vraagt om een groot aandeel grondgebonden woningen, en om het
realiseren van woonmilieus die vragen om buitenstedelijke locaties (hoofdstuk
2);
Binnenstedelijke locaties kunnen worden gereserveerd ten behoeve van
toekomstige beleidsontwikkelingen in bestaande wijken (bijvoorbeeld herstruc
tureringsoperaties).
Bij deze keuze wordt aangetekend dat het gedeelte harde binnenstedelijke bouwplan
nen niet meer te beïnvloeden is.
Vervolgens moet een keuze gemaakt worden tussen de beschikbare buitenstedelijke
locaties. Hierbij wordt voorgesteld, conform de conclusie van paragraaf 2.4, om eerst
de locaties waarvoor reeds een structuurvisie of-schets aanwezig is in ontwikkeling te
nemen. Dit zijn de locaties B1 zoals genoemd in paragraaf 1.2: Westerpark, Haagse
Beemden NW, IJpelaar Zuid-Oost en Teteringen.
Tenslotte is een keuze nodig over het gelijktijdig of gespreid (na elkaar) in ontwikkeling
brengen van de locaties B1 en het ontwikkelingstempo. Voorgesteld wordt locaties
gelijktijdig (met overlap) te ontwikkelen. Westerpark is reeds in aanbouw. Voorgesteld
wordt om vervolgens te starten met Haagse Beemden NW, een jaar later met IJpelaar
Zuid-Oost, en weer een jaar later met Teteringen.
De vier ontwikkelde scenario's zijn in hoofdstuk twee vanuit de verschillende invalshoe
ken bekeken en hebben tot een globale fasering van de nieuwe buitenstedelijke
locaties geleid.
De stand van zaken van de verschillende plannen en de gewenste milieukwaliteiten van
de plannen leiden tot een voorstel waarbij in 1998 gestart wordt met ontwikkeling van
uitbreiding Haagse Beemden, gevolgd door een geleidelijk groeiend IJpelaar zuid-oost
en een geconcentreerde groei van Teteringen opgedeeld in meerdere bouwlocaties.
Er wordt voorkeur aan gegeven om de nadruk te leggen op een zo beperkt mogelijke
woningbouwproduktie in het binnenstedelik gebied. Dat wil zeggen dat alleen het
"harde" gedeelte van het binnenstedelijk woningbouwprogramma van de komende jaren
aan bod komt. Ondanks deze keuze leidt dit tot een aanzienlijke woningbouwproduktie
tot en met het jaar 2000 in het binnenstedelijk gebied. Een en ander leidt tot de keuze
voor scenario 1.
Er wordt vanuit gegaan dat het niet harde deel van de binnenstedelijke bouwmogelijk
heden wordt gebouwd in de periode 2005 - 2009, eventueel aangevuld of vervangen
door na 2005 in beeld komende nieuwe binnenstedelijke lokaties.
12