Bijvoorbeeld een vergunning op hoofdlijnen gekoppeld aan een bedrijfsmilieuplan'. Hoewel de uitgangspunten van het milieubeleid gericht op bedrijven niet wijzigen, noopt de cumulatie van deze ontwikkelingen nu tot een herbezinning op de uitvoering van dat onderdeel van milieubeleid. De vraag van het bedrijfsleven om een andere benadering is richtinggevend bij deze herbezinning. Niet louter om tegemoet te komen aan de bedrijven maar met name omdat bij experimenten in Breda en andere steden is gebleken dat zo'n benadering leidt tot meer milieurendement. Doel van deze nota is om de ingezette ontwikkelingen en veranderingen te bestendigen door er kaders voor aan te geven te geven waarbinnen de inzet van instrumenten gericht kan plaatsvinden. Het doel daarvan is dat de door de raad vastgestelde doelen (GMP-2) worden gerealiseerd. Nadrukkelijk wordt hier vermeld dat de uitvoering van de Wet milieubeheer de basis blijft van het bedrijfsgerichte milieubeleid. De inzet van nieuwe instrumenten leidt er niet toe dat de Wet Milieubeheer overbodig wordt. Het verlenen van vergunningen, het behandelen van kennisgevingen en het uitvoeren van controles met daaropvolgend eventuele handhavingsacties blijven ook in de toekomst de standaard werkzaamheden. Uitgangspunten en plaatsbepaling in de beleidscyclus Uitgangspunten van de nota zijn verder dat uitvoering plaatsvindt binnen de kaders van de milieuwetgeving, het Nationaal Milieubeleidsplan (NMP) en het GMP-2 en dat instrumenten zodanig worden ingezet dat er een optimum ontstaat tussen inspanning en resultaat. Een belangrijk uitgangspunt is ook dat de geschetste uitvoering plaatsvindt binnen de beschikbare budgettaire ruimte. De beschikbare ruimte bepaalt wel de mate van uitvoering van de nieuwe werkwijze. In de jaarlijkse milieuprogramma's worden de prioriteiten gesteld. De concrete inspanningen worden in het milieuprogramma door de gemeenteraad vastgesteld. In het jaarlijkse milieuverslag worden de resultaten van die inspanningen weergegeven. Hoofdstuk 2. De uitvoering tot nu toe De uitvoering van het bedrijfsgerichte milieubeleid in de gemeente Breda is in de jaren zeventig gestan. In de jaren tachtig is ze verder uitgebouwd. Vanaf ongeveer 1990 tot nu is de sterkste ontwikkeling te zien geweest. In afbeelding 1 en 2 is dat te volgen aan de hand van de productiecijfers van verleende vergunningen en uitgevoerde controles. De ontwikkeling heeft geleid tot een goed uitgebouwd apparaat gericht op vergunningverlening en handhaving. De volgende taken worden onderscheiden bij het bedrijfsgerichte milieubeleid - Vergunningverlening. - Toezicht en handhaving. - Beheer inrichtingenbestand. - Gemeentelijke verordeningen en regelingen. - Doelgroepbeleid. - Stimuleren bedrijfsinterne milieuzorg. 2.1. Vergunningverlening 1 Een bedrijfsmilieuplan is een document waarin het bedrijf gekwantificeerde reducties formuleert en aangeeft welke maatregelen genomen gaan worden om die reducties te realiseren. Het bedrijfsmilieuplan is gericht op het terugdringen van de milieubelasting van het bedrijf. Een bedrijfsintern milieuzorgsysteem is een administratieve organisatie met als doel beheersing en reductie van negatieve milieu-effecten. Het milieuzorgsysteem regelt procedures, verantwoordelijkheden, instructies en formulieren, adequate administratie enzovoort. Een bedrijfsmilieuplan kan onderdeel zijn van een milieuzorgsysteem. Een bedrijfsmilieuplan kan ook functioneren zonder milieuzorgsysteem. 2

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1998 | | pagina 1059