en preventie te verspreiden. Een bedrijf zal in de regel sneller iets aannemen van een collega-bedrijf dan van de overheid. De gemeente stimuleert daarom de oprichting van bedrij venterreinverenigingen Relatiebeheer met bedrijven en intermediairen is niet alleen een zaak van "milieu"Ook andere disciplines hebben met bedrijven te maken. Professioneel relatiebeheer houdt in ieder geval in dat dit gemeentebreed gebeurt. Naar buiten toe is de gemeente één organisatie. Om geloofwaardig te zijn moet dat ook uit de handelingen en gedragingen van afzonderlijke afdelingen blijken. Uit de Bedrijvenenquete 1997 blijkt dat bedrijven vinden dat de interne coördinatie binnen de gemeente moet worden verbeterd. Verder vragen de bedrijven om een "één-loket-functie" binnen de gemeente. Een centraal punt waar ze met alle onderwerpen terecht kunnen. Hieraan wordt in 1998 verder vorm en inhoud gegeven. Het bedrijfsgerichte milieubeleid wordt vanuit deze nota gezien als een onderdeel van het gemeentelijke relatiebeheer. Naast relatiebeheer is het belangrijk dat er bewust een netwerk wordt opgebouwd en beheerd. Het nut van een netwerk is dat het een voedingsbodem biedt voor dit beleid. Milieu is niet alleen een kwestie tussen gemeente en bedrijf. Naast andere overheden zijn ook brancheorganisaties en bedrijvenverenigingen betrokken bij het onderwerp milieu. Daarnaast kan in een netwerk het onderwerp milieu makkelijker gekoppeld worden aan verwante onderwerpen zoals economie en werkgelegenheid, vestigingsbeleid, efficiënt ruimtegebruik en mobiliteit. Dat betekent een onderlinge versterking van deze onderwerpen Ad f. Vernieuwing Vernieuwing is een belangrijke drijfveer van de nieuwe aanpak. Niet de methode waarmee milieuwinst kan worden bereikt staat centraal, maar het bedrijf dat de milieuwinst moet realiseren. Wel dienen medewerkers voldoende kennis te hebben van verschillende methoden om ermee te kunnen werken of om een bedrijf te kunnen aameiken. In overleg met een bedrijf moet het zelfs mogelijk zijn dat nieuwe methoden worden ontwikkeld. Hiervoor moet dan wel de ruimte zijn. Hetzelfde geldt voor nieuwe vormen van verspreiding van kennis en het stimuleren van bedrijven. Te denken valt daarbij aan de Ökoprofit-methode: die in Graz wordt toegepast om bedrijven te stimuleren. In 1998 wordt onderzocht of een dergelijke aanpak in Breda zinvol is. Vernieuwing betekent ook dat uitgewerkte beleidslijnen worden vastgelegd. Voorbeelden hiervan zijn de nota "Milieuvergunning op maat" en de nota "Handhaving" (in voorbereiding). Ad g. Natuurlijke momenten Het centraal stellen van het bedrijf betekent ook dat wordt gezocht naar momenten waarop milieuzorgactiviteiten het best kunnen worden gestart. Wij noemen dit de natuurlijke momenten. De vestiging van een bedrijf is zo'n moment. Een belangrijke investering, de aanvraag van een nieuwe vergunning of het afsluiten van een convenant met een branche, zoals het convenant glastuinbouw van november 1997, zijn momenten waarop het opstarten van milieuzorgactiviteiten effectief kan zijn. Op het informatieformulier wordt hierover informatie vastgelegd. Bij nieuwvestiging van bedrijven wordt milieu één van de vestigingsfactoren. De wijze waarop Breda omgaat met milieu bij bedrijven is een concurrerende factor. Intern wordt met de verschillende afdelingen (zoals economische zaken en bouw en woningtoezicht) bekeken hoe dit vorm wordt gegeven. 2 "Ökoprofitis een aanpak die in de Oostenrijkse stad Graz wordt toegepast om bedrijven milieuvriendelijker te laten produceren. In samenwerking tussen de gemeente, de universiteit en het bedrijfsleven worden bijeenkomsten belegd waarin bedrijven van elkaar leren hoe zij hun milieuprestatie kunnen verbeteren. 11

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1998 | | pagina 1068