Gemeente Breda vV/vVy 'IJ IW dat in het kader van de Wet Voorkeursrecht Gemeenten met name de vraag aan de orde is of de raad een juiste toepassing heeft gegeven aan de desbetreffende wettelijke bepalingen. De commissie oordeelt dat zulks het geval is. Tijdens de gehouden hoorzitting is komen vast te staan dat de gekozen begrenzing mede voortvloeit uit de nieuwe gemeentegrens, zoals deze per 1 januari 1997 is komen te gelden. Voorts is komen vast te staan dat aan het desbetreffende perceelsgedeelte, dat in zijn omvang overigens van een beperkte aard is, een niet-agrarische bestemming is toegedacht. In hoeverre de gemeente in de toekomst daadwerkelijk over het betrokken perceelsgedeelte dient te beschikken is thans niet aan de orde. Deze vraag zal in het kader van de nog te volgen planologische procedures beantwoording moeten krijgen. In het kader van deze planologische procedures staan voor reclamant tal van wettelijke inspraak-en rechtsbeschermingsmogelijkheden open. Raadsvoorstel vervolg Registratienummer 2105 behandeling van dit bezwaarschrift op de hoorzitting van 29 oktober 1997 is het bezwaarschrift door de vertegenwoordigers van genoemde besloten vennootschap evenwel ingetrokken zodat verdere behandeling daarvan achterwege kan blijven. 2. J.A.M.Krijnen. In zijn bezwaarschrift, gedateerd 15 augustus 1997 en afgegeven ten stadskantore op 14 augustus 1997, maakt dhr.Krijnen bezwaar tegen de begrenzing van het gebied waarop het voorkeursrecht van toepassing wordt verklaard. Krijnen voert aan dat door de gekozen begrenzing een doorsnijding plaatsvindt van zijn (glas)tuinbouwbedrijf waardoor waardevermindering optreedt en toekomstige exploitatiemogelijkheden worden belemmerd. r De commissie acht de bezwaren van de heer Krijnen ongegrond. Zij overweegt hierbij De commissie is voorts van oordeel dat ook het aspect van eventuele waardevermindering in het kader van de planologische procedures en de mogelijk volgende aankoop c.q.onteigeningsprocedures volledig aan de orde zal komen zodat op ook dit onderdeel van het bezwaarschrift dient te worden afgewezen. Concluderend komt de commissie tot het advies om de bezwaren van J.A.M.Krijnen ongegrond te verklaren. Tegen de beslissing van de raad is beroep bij de arrondissementsrechtbank mogelijk. Communicatie Commissiebehandeling De commissie Economische Zaken, Cultuur, WAM en Grondbedrijf kan zich met dit voorstel verenigen. -2- w

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1998 | | pagina 108