Gemeente Breda
Agendapuntnummer 1998/24
Raadsvoorstel
Registratienummer 2126
Dienst/afdeling CON/JZ
Aantal bijlagen
Betreft: divbezwaarschriften inzake toepassing van de Wet Voorkeursrecht Gemeenten
voor het gebied Steenakker-Noord.
Inleiding
Bij besluit van 26 juni 1997 besloot uw raad tot de toepassing van de Wet
Voorkeursrecht Gemeenten voor het gebied Steenakker-Noord. Tegen dit besluit is door
een tweetal belanghebbenden op grond van de Algemene wet bestuursrecht een
bezwaarschrift ingediend. Deze bezwaarschriften zijn in handen gesteld van de
commissie voor bezwaar-en beroepschriften, die belanghebbenden heeft gehoord en
terzake advies heeft uitgebracht.
Wij stellen u voor om overeenkomstig het advies van de commissie voor bezwaar-en
beroepschriften te beslissen. Dit advies is integraal opgenomen onder de rubriek
motivering/toelichting
Voorstel
1.de bezwaarschriften van H.J.van Houten en C.H.Goos-van Dongen ongegrond te
verklaren
2.het raadsbesluit van 26 juni 1997 in dier voege ambtshalve aan te vullen dat op de
bij dat raadsbesluit behorende kaart de aan de betrokken gronden toegedachte
bestemming wordt aangeduid.
Motivering/Toelichting
De commissie voor bezwaar-en beroepschriften heeft het volgende overwogen:
Op 26 juni 1997 heeft de raad het voorkeursrecht gevestigd op een aantal gronden,
gelegen in het ontwikkelingsgebied Steenakker-Noord. Met dit raadsbesluit
bekrachtigde de raad het voorstel van burgemeester en wethouders tot het nemen van
dat besluit. Tegen deze beslissing van burgemeester en wethouders zijn tijdig twee
zienswijzen/bezwaarschriften ingediend. Op grond van het bepaalde in artikel 9a lid
2 van de Wet Voorkeursrecht Gemeenten worden bezwaarschriften tegen het besluit van
burgemeester en wethouders geacht te zijn gericht tegen het raadsbesluit.
De indieners van de bezwaarschriften zijn in de gelegenheid gesteld hun bezwaren ten
overstaan van de commissie voor bezwaar-en beroepschriften nader toe te lichten
tijdens de op 29 oktober 1997 gehouden hoorzitting. Van deze hoorzitting is een
verslag gemaakt.
Ten aanzien van de ingekomen bezwaarschriften overweegt de commissie voor bezwaar-en
beroepschriften als volgt:
1.H.J.van Houten te Breda.
Het bezwaarschrift van H.J.van Houten is door de raad als zienswijze betrokken bij
de vaststelling van het raadsbesluit van 26 juni 1997. De commissie deelt de
overwegingen van de raad naar aanleiding van deze zienswijze, waarbij zij opmerkt
-1-