Gemeente Breda
Agendapuntnummer 1998/221
Raadsvoorstel
Registratienummer 2 821
Dienst/afdeling SAW/WOA
Aantal bijlagen
Betreft: Nota arbeidsmarktbeleid.
INLEIDING
In 1994 werd de huidige nota Arbeidsmarktbeleid vastgesteld. Op dit moment zijn er
twee belangrijke aanleidingen tot het vaststellen van nieuw beleid: de zelfanalyse
en visitatie 1997 in het kader van het Grote Stedenbeleid en de invoering van de Wet
inschakeling werkzoekenden (Wiw)
In de voorliggende concept-nota wordt naar aanleiding hiervan aangepast beleid
voorgesteld. In de nota zijn de consequenties van de Wet (re)integratie arbeidsge
handicapten (REA)die per 1 juli 1998 in werking is getreden, niet meegenomen.
Hierover wordt een apart voorstel gedaan.
MOTIVERING/TOELICHTING
1. Grote Stedenbeleid
De doelstellingen van het huidige beleid zijn nog steeds valide, maar de
problematiek is sindsdien verhard. De uitvoering van het beleid sluit hier niet meer
voldoende op aan. Bij het opmaken van de stand van zaken in het Grote Stedenbeleid
werden vorig jaar een aantal zaken vastgesteld:
hoewel het Breda economisch gezien redelijk voor de wind gaat, profiteren vele
werklozen daar nog steeds niet van.
de werkloosheidsbestrijding met behulp van projecten heeft onvoldoende effect,
er is te weinig beleid op aansluiting tussen onderwijs, arbeidsmarkt en
minderheden
de sturing van de politiek is gering, ambtenarij heeft vrij veel invloed,
prioritering is niet altijd even duidelijk.
Naar aanleiding hiervan werden met betrekking tot het arbeidsmarktbeleid de volgende
actiepunten opgesteld:
afspraken met het bedrijfsleven over additioneel bestek;
betere samenwerking tussen ambtelijke onderdelen, met name Economische Zaken en
Welzijn/Arbeidsmarktbeleid;
een extra doelstelling over het optimaal uitnutten van 'flankerend
werkgelegenheidsbeleid'aan het Grote Stedenbeleid. Daartoe behoren ook 'andere'
vormen van zinvolle dagbesteding, die niet tot betaalde arbeid leiden.
In de conceptnota wordt o.m. aan deze actiepunten invulling gegeven. Het anticiperen
op nieuwe werkgelegenheid, additioneel bestek, bemiddelingsplannen, specifieke
doelgroepen (waaronder allochtonen) en in- en externe samenwerking komen daarbij aan
de orde. In het kader van 'flankerend' werkgelegenheidsbeleid wordt expliciet
aandacht besteed aan sociale activering en aan onderwijs. Met betrekking tot
werkgelegenheidsaspecten worden in de concept-nota drie ontwikkelingssporen
onderscheiden, die verdere uitwerking behoeven:
Aantrekken
gericht op nieuwe bedrijvigheid, waarbij de uitbreiding binnen de regio en niet
zozeer binnen de stad plaatsvindt. Verdere uitwerking: stadsplan en daarop
gebaseerde vervolgprogramma's. Actieprogramma Ruimte voor Economische Activiteiten.