Gemeente Breda -13- Raadsvoorstel vervolg Registratienummer 44 04 4. Het terrein moet, behalve voor gemotoriseerd vervoer via de Ginnekenweg, ook voor voetgangers ontsloten worden om de toegankelijkheid van en naar het gebied te waarborgen. Gezien de maximale hoeveelheid woningen achten wij een eventuele voetgangersoverlast ondergeschikt ten opzichte van het voordeel van de toegankelijkheid en openheid van de locatie. Voor de voetgangersontsluiting (alsmede voor een nooduitgang voor calamiteiten) wordt gedacht aan de westzijde van de ontwikkelingslocatie naar de aangrenzende buurt De inrichting van het gehele gebied en derhalve ook de ontsluiting zal door de ontwikkelaar binnen de randvoorwaarden van de gemeente ontworpen worden en dit zal bij de omwonenden t.z.t. gepresenteerd worden. 5. Op een deel van het terrein bevindt zich momenteel een gebouw met een stenen muur van circa 4 meter. Hoewel als randvoorwaarde is opgenomen dat een stenen erfafscheiding van 2,5 meter gerealiseerd dient te worden vanuit een oogpunt van privacy, blijft de mogelijkheid bestaan dat de bestaande muur gehandhaafd blijft. In overleg tussen de ontwikkelaar en de omwonenden kan dit besproken worden. 6. In de voorschriften is als harde randvoorwaarde opgenomen dat voor aangrenzende functies de bestaande parkeergelegenheid behouden dient te blijven en is derhalve naar onze mening op deze wijze voldoende veiliggesteld. Gezien de bovengenoemde overwegingen achten wij de zienswijze gegrond ten aanzien van de langzaamverkeersontsluiting aan de Serrarislaan en voor het overige ongegrond 64. Welling Wiercx. Samenvatting Reclamanten hebben bezwaren tegen de voorgeschreven randvoorwaarden van de ontwikkelingslocatie 20 (terrein Verlegh)met name tegen de voorgestelde hoogte op het voorterrein aan de Ginnekenweg. Zij stellen voor daar ter plekke hogere bebouwing toe te laten, overeenkomend met bestaande bebouwing in de omgeving. Motivering Vanuit stedenbouwkundige overwegingen en na overleg met de buurt is in het verleden uitdrukkelijk gekozen voor een bouwhoogte van maximaal 3 meter voor het betreffende gedeelte van de ontwikkelingslocatie. Het karakter van deze zogenaamde tuinzone (dit gedeelte grenst voornamelijk aan de bestaande tuinen) en de bescherming van de privacy van de naastliggende woningen zijn bepalend geweest voor de gekozen bouwhoogte. De aangegeven motieven van reclamant zijn voor ons onvoldoende doorslaggevend om een grotere bouwhoogte mogelijk te maken. Gezien bovenstaande overwegingen achten wij de zienswijze derhalve ongegrond. 65 t/m 196. Bewoners Baronielaan 197. Mevr. Ch. Koster

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1998 | | pagina 1206