Gemeente Breda Raadsvoorstel vervolg Registratienummer 44 04 In eerste instantie werd een grotere ontwikkeling van het terrein voorgestaan met op 2 plaatsen een ontsluiting op de Ploegstraat, welke echter niet meer haalbaar is door de hierboven geschetste veranderde inrichting van de ontwikkelingslocatie. Hierdoor is het realiseren van woningen op het noordelijk gedeelte van het bedrijfsterrein, waarvoor de wijzigingsbevoegdheid is opgenomen, niet meer haalbaar en mede gezien de bezwaren zal daarom deze wijzigingsbevoegdheid vervallen. Het realiseren van een kinderspeelplek is slechts als mogelijkheid en niet als verplichting opgenomen, mede vanuit het gegeven dat zich aan de overzijde een openbare speeltuin bevindt. Naar aanleiding van opmerkingen van reclamant Van der Enden merken wij op dat het slopen van een deel van de panden Ploegstraat 70-72-72a, benodigd voor het maken van de nieuwe toegang tot de locatie, niet het karakter van de straat zodanig aantast, dat dit onaanvaardbaar zou zijn. Voorts kan de bestaande boom aan de voorzijde in principe gehandhaafd blijven. Wij menen dat de aanpassing van de randvoorwaarden zodanig is dat grotendeels aan de bezwaren tegemoet gekomen kan worden. Gezien bovenstaande overwegingen achten wij de zienswijze ongegrond ten aanzien van het laten vervallen van de ontwikkelingslocatie, en gegrond ten aanzien van de overige bezwaren zoals de hoogte en het maximale aantal woningen. 284 t/m 286, P. Minnema, M.W.E. Hammen-PoldermansA.W.H. van Dongen Samenvatting Reclamanten hebben gezamenlijk een zienswijze ingediend, reden waarom deze ook als één geheel wordt behandeld. Reclamanten hebben in het verleden overleg gevoerd met de gemeente en stemmen gedeeltelijk in met de voorgestelde locatie. Ten aanzien van enkele onderdelen hebben zij bezwaar danwel wensen zij verduidelijking van de tekst. Uitleg wordt gevraagd over de volgende punten: a. wat wordt precies bedoeld met de zinsnede: "situering binnen het op de plankaart aangegeven bouwvlak danwel in of achter de op de plankaart aangegeven bouwgrens". b. wat wordt bedoeld met het aanbrengen van opgaande beplanting?. Hoog opgroeiende bomen zullen het uitzicht belemmeren. c. wisselend gebruik van de termen "binnenterrein" en "achterterrein". De bezwaren richten zich tegen de voorgestelde hoogte van 13 meter, terwijl reclamanten een hoogte van 4 bouwlagen voor ogen hebben. Reclamanten wensen een inhoud van het gebouw van 3000 m3 i.p.v. de opgenomen inhoud van 4500 m3 Tenslotte vinden reclamanten dat een ondergrondse parkeeroplossing gerealiseerd dient te worden, overeenkomstig hetgeen is gebouwd in het Laurenspark. Motivering a. Voor de situering van de toegestane bebouwing is aangegeven dat gebouwd mag worden binnen het bouwvlak danwel in of achter de op de plankaart aangegeven -21-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1998 | | pagina 1214